Bieke van Hees

Bieke van Hees

Bieke Van Hees (1986, België) studeerde in 2007 met onderscheiding af als landschaps-ontwerper aan de Erasmushogeschool Brussel, Vilvoorde. In 2013 behaalde zij de titel Master of Arts in Landscape Architecture (MLA) aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam.

Van 2007 tot 2013 was Bieke werkzaam voor Strootman Landschapsarchitecten in Amsterdam. Ze heeft hier gewerkt aan projecten op alle schaalniveaus, van grootschalige masterplannen tot uitvoeringsprojecten.

Sinds november 2013 werkt Bieke als freelance tuin- en landschapsarchitect, zowel aan eigen projecten als in opdracht van stedenbouwkundige en (landschaps)architectenbureaus.

Bricolage - een antwoord op de Vlaamse woningbouwopgave

bricolage
~, zelfst. naamw. [mannelijk], faire du bricolage - knutselen; bricoler - sleutelen aan, opknappen

Wanneer we vandaag door Vlaanderen rijden, valt onmiddellijk de verstedelijkte aanblik op. Vlaanderen wordt dan ook vaak aangeduid als ‘nevelstad’, als één grote stad zonder structuur. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de processen achter deze verstedelijking. Hieruit blijkt dat de verstedelijking complexer is dan vaak wordt aangenomen. De gevolgen zijn groot. Woonlinten slibben dicht met verstening van dorpskernen en het verder aan elkaar groeien van dorpen tot gevolg. Door toename van verharding en bouwen in overstromingsgevoelige gebieden, is minder ruimte voor water en bijgevolg zijn er meer overstromingen (met meer schade). De verdere versnippering van de onbebouwde ruimte leidt tot verlies van ecologische kwaliteit en versnippering van het recreatieve netwerk. Daarnaast leiden ‘onzichtbaar’ landschap en een generieke mix van bebouwing tot verlies van identiteit en woonkwaliteit. Tegelijk heeft Vlaanderen 330.000 nieuwe woningen nodig in 2030.

Hoe het Vlaamse landschap weer beleefbaar kan worden en sturing kan bieden aan de woningbouwopgave, is de centrale vraag in dit onderzoek. Het onderliggende landschap is weliswaar naar de achtergrond verdrongen, maar het is niet verdwenen. Het landschap heeft bij uitstek de potentie om opnieuw te functioneren als drager van identiteit, herkenbaarheid en (nieuw) programma. Daarnaast zijn verstedelijking en landschap onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hier ligt een kans om de woningbouwopgave voor 2030 te verknopen met de landschappelijke opgaven. De oplossing wordt gezocht in het koppelen van rode en groene ontwikkelingen waardoor elke rode ontwikkeling meebouwt aan het landschap. De voorkeur van de Vlaming voor een vrijstaande woning op een ruime kavel is als uitgangspunt genomen.

Anders dan in Nederland, is er in Vlaanderen altijd sprake geweest van een grote dynamiek op het laagste schaalniveau. Er bestaat een diepgewortelde cultuur van particulier initiatief. Oplossingen voor verdere verstedelijking van het platteland in Vlaanderen vragen dan ook een ontwerp op het lage schaalniveau, voor en door de mensen die er wonen. Hieruit volgt de keuze van een Vlaamse gemeente als pilotlocatie. De gemeente Berlaar is exemplarisch qua ligging en genoemde ruimtelijke problematiek.

Uit de analyse op schaal van de regio en de gemeente, ontstaat een toolbox voor landschappelijk wonen, watersysteem en wegennet, uitgewerkt in een landschapsontwerp voor twee deelgebieden.
Voor het watersysteem en het wegennet zijn de profielen zorgvuldig ontworpen en ontstaat een passende hiërarchie die de opbouw van de netwerken leesbaar en beleefbaar maakt. Voor de component (landschappelijk) wonen worden historische typologieën, die nu in het gebied voorkomen, vertaald naar nieuwe typologieën met vergelijkbare landschappelijke componenten.
 
Uiteindelijk leiden al deze ingrepen op het niveau van een dorp tot een transformatie op het niveau van heel Vlaanderen. Er ontstaan nieuwe woonmilieus en de landschappelijke structuur groeit door ingrepen van onderop, op een organische manier, door bricolage.

commissie: Marie-Laure Hoedemakers (mentor), Han Dijk, Boris Hocks en Karen de Groot
toegevoegd voor tentamen: Jana Crepon en Sander Lap

Terug naar lijst
Delen