Praktijkonderwijs

In de loop van de opleiding werk je vanuit je eigen discipline mee aan diverse oefeningen en praktijkopdrachten. De oefeningen hebben tot doel de student alle technische, inhoudelijke en artistieke vaardigheden van het vak te leren. Voor die opdrachten zijn er altijd randvoorwaarden zoals de lengte van de film, het aantal scènes en natuurlijk het budget. Hoe verder in je studie, hoe meer vrijheid je krijgt in het maken van films. Zo ligt bij tweedejaarsoefeningen de nadruk vooral op het leren zelf en weegt bij het eindexamenproject het eindresultaat zwaarder.

Randvoorwaarden

Beginnend bij 3 eindigend bij 24 minuten. Bij film denkt iedereen direct aan de lange speelfilm in de bioscoop. Maar het is, zo blijkt al in de propedeuse, een hele kunst om een filmpje van een paar minuten te maken. De lengte van een eindexamenproject is 24 minuten.

Je krijgt kennis vaak aangereikt in vakken voorafgaand aan een oefening. Die specifieke kennis dient als leidraad voor de oefening. In de loop van de tijd worden de leerdoelen meer persoonlijk en hebben ze in toenemende mate te maken met de vraagstukken die een project oplevert.

Door veel projecten te maken ontwikkel je een eigen stijl, een eigen manier van werken. Vaak vormen de contacten uit de academietijd een basis voor het netwerk in de praktijk.

ls een student de academie verlaat moet hij of zij volledig op eigen benen kunnen staan. Werkend aan de (eindexamen-) projecten doen de studenten voldoende ervaring op om na de studie direct professioneel aan de slag te kunnen.

Alle oefeningen en projecten worden intern vertoond en geëvalueerd. Evaluaties vinden plaats met de crew en de begeleiders per project én binnen de eigen vakrichting. De eindexamenfilms hebben een veel groter publiek variërend van professionals uit het vak, de Nederlandse filmpers tot de Publieke Omroep en het televisiepubliek. Ook worden de diverse films vertoond op tientallen grote en kleine festivals in binnen- en buitenland.

Het eindexamenproject is naast de afsluiting van de opleiding ook de introductie in de filmwereld. De eindexamenfilm is ook je visitekaartje.

Oefeningen


Al doende leren
 
Aan elke oefening zijn specifieke doelstellingen verbonden vanuit de opleiding (bijvoorbeeld een goede samenwerking tussen alle vakdisciplines) en vanuit de afstudeerrichting (bijvoorbeeld voor montagestudenten: een nauwkeurige planning van taken en termijnen maken). Ook zijn er randvoorwaarden waar je je aan moet houden. De nadruk ligt bij elke oefening weer ergens anders. Maar bij elke oefening is vooral belangrijk te formuleren wat je jezelf tot doel stelt: wat wil je leren?

Elke oefening begint met een idee voor een verhaal. Elk verhaal roept z'n eigen vraagstukken op. Als je verhaal zich afspeelt in een toiletruimte of in een bijna verlaten Belgisch dorpje dan heeft dat consequenties voor budget, locatie, decor, acteurs etc. Hoe kun je dit verhaal met de beschikbare middelen (financiën, faciliteiten, coaching) en de beschikbare menskracht (medestudenten) vertellen. Ook zijn er individuele doelen gerelateerd aan wat de student zelf wil en kan. De keuze voor het verhaal heeft dus consequenties voor dat wat je leert per project.

Voorbereid aan het werk 
Voor je aan een praktijkoefening begint, krijg je theorie aangeboden speciaal gericht op de oefening die je daarna gaat uitvoeren. Vervolgens worden er vanuit je studierichting doelstellingen geformuleerd bijvoorbeeld ten aanzien van de samenwerking met studenten van de andere studierichtingen. Daarnaast worden ook persoonlijke en artistieke doelstellingen geformuleerd. Al doende kom je vragen van allerlei aard tegen: artistiek, sociaal, technisch. Met deze vragen kun je terecht bij je docent of coach. Je werkt  zelfstandig maar krijgt daarnaast ook individuele coaching en begeleiding.

Begeleiding
Er is veel individueel contact tussen studenten en docenten. Studieleiders, docenten, gastdocenten en coaches zijn bijna allemaal werkzaam in de praktijk. Deze binding met het werkveld maakt dat het leren in een realistische leeromgeving ook daadwerkelijk gestalte krijgt. 
Zie ook: docenten

Het uiteindelijke resultaat van de oefeningen en producties is veel-, maar niet alleszeggend binnen het onderwijs. Natuurlijk gaan studenten altijd voor een optimaal resultaat, voor de mooiste film. Maar als een film niet op alle punten lukt en studenten niet slagen in de bedoelingen van het scenario, hoeft dat niet te betekenen dat de student het niet kan. De films die gemaakt worden heten niet voor niets: oefeningen. De academie stelt zich tot doel studenten die kennis en ervaring op te laten doen die ze in staat stelt interessante filmmakers te worden.

Delen