Vier concerten geeft het Symfonieorkest van het Conservatorium van Amsterdam tijdens de Cello Biënnale 2014, zie hier. Na het concert op 18 oktober in Muziekgebouw aan ’t IJ verschenen vier recensies in de Nederlandse dagbladen. Vooral het werk van Richard Rijnvos oogstte veel lof.
NRC Handelsblad (Kasper Jansen)
‘De wereldpremière van Barbara baccante van Richard Rijnvos was de sterkste invulling van het thema 'cello en stem' tijdens het eerste weekeinde van de vijfde Cello Biënnale.’
Volkskrant (Persis Bekkering)
‘Zaterdagavond vertelt de cello volksverhalen. De opening is voor sterstrijker Giovanni Sollima, de Ludovico Einaudi van de cello. In zijn zelfgecomponeerde celloconcert Folktales uit 2009 toont hij wat een cello vermag: zacht ruisen, guur krassen, wild beuken en zoet galmen. De compositie is hypereclectisch, met invloeden uit de barok, de Balkan, de minimal music, metal en blue grass. Af en toe springt hij op of stampt hij met zijn voeten; bij een tubasolo wijst hij enthousiast met zijn duim naar achteren. Een cellist als een rockster.
Na het humoristische en spannende Barbara baccante van Richard Rijnvos wordt het Muziekgebouw overgenomen door een groep uit La Réunion…’
Volkskrant (Biëlla Luttmer)
(5 sterren)
‘De Grote Zaal van het Muziekgebouw wordt stil, Judith Kubitz, dirigente van het Symfonieorkest van het Amsterdamse Conservatorium, sluipt de bok op. Naast haar een vormeloze rode bult, een stapel kleren waaruit de gestalte van Salome Kammer oprijst.
Als de violen inzetten, klinken hun snelle streekjes als vogels die net wakker zijn. Kammer, zangeres, performer, celliste, pakt de cello die naast haar ligt. Ze zucht en smeert hars op haar strijkstok op het ritme van de klanken in het orkest.
In Barbara baccante - ritratto di una cantatrice barocca, de nieuwe, meesterlijke compositie van Richard Rijnvos, komt de muziek op als een natuurfenomeen. Barbara is Barbara Strozzi, een van de eerste grote vrouwelijke componisten. Ze schreef liederen vol onvervuld verlangen. Rijnvos knipte de teksten van die liederen in stukken en ordende ze opnieuw.
Salome Kammer spreekt en zingt ze, met een steeds opgewondenere stem. Aan de andere kant zit Nicolas Altstaedt, hij speelt de mannelijke, virtuoze cellopartij. Het orkest pakt steeds heftiger uit, met vette basnoten van de tuba. Barbara's liefde blijkt een schim die in het orkest verdwijnt - vluchtig, heftig en kort als de compositie van Rijnvos zelf.’
Het Parool (Erik Voermans)
‘Zaterdag ging de meeste aandacht uit naar twee wereldpremières, waarvan de eerste, celloconcert Folktales van de Italiaan Giovanni Sollima, een groot publiek succes was. Sollima speelde zelf de solistenpartij en deed dat met hart en ziel en met een prachtige toon. De muziek was stilistisch zeer heterogeen, onderhoudend en werd prima gespeeld door het Conservatoriumorkest onder Judith Kubitz, maar was uiteindelijk toch te simplistisch om te beklijven.
Het nieuwste stuk van Richard Rijnvos was van een aanzienlijk groter soortelijk gewicht. In Barbara baccante, voor stem (de voortreffelijke Salome Kammer), cello (Nicolas Altstaedt) en orkest, vertelt hij het verhaal van een vrouw die bij de cellist de liefde zoekt, maar wordt versmaad, zelfs als zij zich letterlijk blootgeeft (het publiek ziet op haar rug twee F-sleutels, als op Man Rays Le violon d'Ingres).
De muziek vereist vakere beluistering om haar beter te kunnen doorgronden, maar een ding is zeker: Rijnvos blijft één van Nederlands fascinerendste componisten.’
Veel aandacht ging er in de media de afgelopen tijd ook uit naar Anner Bijlsma, wiens tachtigste verjaardag werd gevierd met een bijzonder concert op 19 oktober; hij ontving een oeuvreprijs van € 50.000,- te besteden aan talentontwikkeling en werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Bijlsma geeft als gastdocent regelmatig masterclasses aan het CvA.