Een andere belangrijke choreografie in de jubileumeditie van Dansers van Morgen is Tabula Rasa van de eveneens Nederlandse choreograaf Nils Christe. Christe was in december samen met zijn vrouw en assistent Annegien Sneep te gast bij de Nationale Balletacademie. Hun bezoek ging van start met een intensieve kennismaking met maar liefst 33 studenten – “een ware masterclass”, aldus Christe – en vervolgens werkten hij en Sneep met dertien paren verder aan Tabula Rasa. Artistiek leider Jean-Yves Esquerre is dolgelukkig met de nieuwe aanwinst: “Het is zó’n fantastisch, zó’n opwindend ballet. I absolutely love it!”
Tabula Rasa omvat twee delen uit Cantus, een choreografie op muziek van Arvo Pärt die Nils Christe in 2015 voor Introdans maakte en die bij de première in Arnhem op een ovationeel applaus werd onthaald. “Annegien en ik hebben voor de NBA-studenten twee stukken van samen zo’n vijftien minuten geselecteerd. Niet zo lang dus, maar het is een enorm pittige choreografie waaraan jonge dansers echt een flinke kluif hebben. Heel poëtisch en lyrisch, en met ongelooflijk veel pas de deux-werk.” Vooral dat laatste is zeer uitdagend voor de studenten, aldus Christe. “Dit is echt partnerwerk van de bovenste plank. Toen ik mijn dansopleiding deed, werd daaraan nauwelijks aandacht besteed: partneren heb ik pas geleerd toen ik bij Nederlands Dans Theater danste. Maar het is zó belangrijk dat je daar al op jongere leeftijd in geschoold wordt. Ik vind het dan ook buitengewoon goed dat Jean-Yves Esquerre daar veel aandacht aan besteedt.”
Christes choreografie bestaat in de nieuwe samenstelling uit twee delen. “Het eerste deel is strakker, ritmischer. De dansers moeten in dit deel precies óp de tel van de muziek zijn. Terwijl het tweede deel – met al die prachtige lange akkoorden van Arvo Pärt – soms helemaal niet te tellen is. In dat tweede deel kun je heerlijk uit je dak gaan, de choreografie is met grote penseelstreken neergezet, maar voor jonge dansers is dat niet altijd eenvoudig: ze hebben qua lyriek veel meer vrijheid en die vrijheid moeten ze natuurlijk ook kunnen nemen en invullen. Het was heel mooi om te zien hoe verschillend de NBA-studenten daarmee omgaan: de een gedijt zichtbaar veel beter bij structuur en zekerheid, de ander vindt juist die vrijheid fijn.”
Cantus is oorspronkelijk gezet voor zeven paren, maar Christe en Sneep hebben de choreografie bij de Nationale Balletacademie dus aan dertien paren geleerd. “Een enorme klus, maar ook een geweldige ervaring. De sfeer was ongelooflijk leuk en de studenten waren buitengewoon gemotiveerd.” Hoeveel paren er straks in Dansers van Morgen te zien zullen zijn, wil hij nu nog niet onthullen. “Dat beslissen we op een later moment”, zegt hij op samenzweerderige toon.
Christe vindt het buitengewoon belangrijk dat jonge dansstudenten de kans krijgen om met een choreograaf te werken. “Dat weegt voor mij heel zwaar. Natuurlijk zullen Annegien en ik in de komende maanden niet elke dag langskomen, dan zouden we de studenten alleen maar op hun zenuwen werken, maar we trekken hier wel veel tijd voor uit. Ze zien ons nu al als mum and dad.” Sneep corrigeert hem, waarna hij zegt: “O nee als grandmum and granddad.” Lachend: “Het wordt met onze oude lijven wel steeds moeilijker, maar wij vinden kennis uit de eerste hand overdragen een essentieel onderdeel van ons vak.”
Docente Marion Vijn – en voormalig danseres van Scapino Ballet in de tijd dat dit door Christe werd geleid – assisteert Christe en Sneep en zal de komende maanden eveneens een groot aantal repetities voor haar rekening nemen.
Tabula Rasa is op 4 en 6 juli te zien in Nationale Opera & Ballet, als onderdeel van de jubileumeditie van Dansers van Morgen.
