WijkSafari: Mijn adoptievader in Amsterdam-Noord

Gepubliceerd op

Samen op WijkSafari: Adelheid Roosen en tweeëndertig studenten nestelen zich in de Banne en Floradorp. In juni volgt het publiek achterop de scooter voor een ontdekkingstocht door Amsterdam-Noord.



Een gesprek met studente Mara van Nes (Theaterdocent) en Myriam Sahraoui van platform Zina.


Op WijkSafari met Adelheid Roosen beland je direct bij de mensen thuis. Daar val je midden in een half theatrale, half werkelijke scène, waarin een acteur en een wijkbewoner een intiem gesprek aangaan. Via hun verhalen leer je de buurt kennen, om tenslotte aan een lange tafel met publiek, buurtbewoners en spelers in gesprek te gaan. Dat is de methode die Adelheid Roosen en platform ZINA sinds 2012 met succes hanteren: in Slotermeer en de Bijlmer, in Utrecht, Juarez en Mexico-Stad.

Voor het eerst legt Adelheid het concept in handen van dertig studenten. Voor een tocht door de De Banne en Floradorp in Amsterdam-Noord. Een plek waar je struikelt over thema’s waar de verkiezingsprogramma’s bol van staan. Armoede, migranten, criminaliteit. Mara van Nes, vierdejaarsstudent Theaterdocent, begon al voor de zomer met de research: ‘Ik kende de Banne uit de media, er werd gesproken van ‘hangterrorisme’, maar die grimmigheid is niet wat ik ervaar als ik loop over straat. Ik vind het schokkend hoe de media een wijk kan stigmatiseren. Er blijken zo veel verschillende verhalen naast elkaar te bestaan.’

Agree to disagree
Precies dat is wat de makers van De WijkSafari willen: de ogen openen voor wat er werkelijk leeft in de stad. Projectleider Myriam Sahraoui: ‘Het gesprek aangaan, respect hebben voor elkaars anders zijn. Dat is in deze tijd ongelooflijk relevant.’
De methodiek die Zina toepast is er een van tijdelijke adoptie. De acteurs verblijven, tijdens het maken van de voorstelling, twee weken lang bij een plaatselijke gastheer of gastvrouw in huis. Daar lopen ze mee in de dagelijkse routine. Als dat de hele dag op de bank hangen is, hangen ze mee. Myriam: ‘Wat we willen bereiken is een ontmoeting voorbij de eerste indruk. De eerste halve dag samen praat je wel vol, dan zitten beide partijen in de beste versie van zichzelf tegenover elkaar. Maar als je langer blijft komt er een moment dat je het niet meer weet. Dan komt het ongemak, de stilte en de verveling en daar begint het echt. Het is net als met een goede vriendin met vakantie gaan (lacht) en dan met een wildvreemde, die ook nog eens een heel andere levensvisie heeft dan jij.’

Voorbij onwennigheid en irritatie ontstaat een ontmoeting in gelijkwaardigheid. Zoals vorig jaar in de Bijlmer tussen speler Elly Ludenhoff en de oude Ghanese koning Nii Tackie. Langs het scherpst van de snede kwamen zij tot elkaar.
Sahraoui: ‘In het concept van de WijkSafari zit een kwetsbaarheid die bij het leven hoort. Je kunt niet anders dan soepel omgaan met wat zich voordoet. In de eerste aflevering deed ik zelf mee, mijn adoptievader lag tijdens de voorstellingen ziek op de bank. Bij mijn collega Nazmiye Oral overleed de man des huizes tijdens de adoptieperiode. Er volgden veertig dagen van diepe rouw.’

Tien studenten van de Mime Opleiding en de Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie vertrekken in maart ter adoptie. De ontmoeting met hun gastouders vormt de basis van een scène, studenten van de Regie Opleiding doen de finishing touch. Derdejaars Theaterdocent-studenten regisseren de routes, terwijl studenten Productie Podiumkunsten nu al druk doende zijn in de wijk.

Sahraoui: Het is spannend dat de Academie voor Theater en Dans zijn studenten aan dit project blootstelt, dat een nieuw generatie theatermakers deze injectie van het leven krijgt, in al zijn rauwe realiteit. Meer dan bij een voorstelling op locatie, moeten de studenten in de intimiteit stappen. Er is voor hen geen ontkomen aan.’

Van Nes: ‘De afgelopen drie-en-half jaar op school waren de mooiste jaren van mijn leven, maar ik realiseer me wel dat ik al die tijd in een ivoren toren zat. In deze researchperiode heb vooral veel geleerd over mens-zijn. Ik loop tegen mijn eigen vooroordelen op, identiteit is veel vloeibaarder dan ik ooit dacht. Ik ontmoet mensen die je nooit als personage zou bedenken. Een van de gastouders is een zeventigjarige Jordanees. Hij loopt in trainingspak, ondersteunt zijn zoon als volkszanger en begeleidt jongeren met een taakstraf in de klusfabriek. Het interieur van zijn huis voldeed helemaal aan mijn verwachtingen totdat hij zijn eigen kamer opende. Die stond vol Maria’s en Boeddhabeelden. Bleek dat hij paragnost is en aurareadings en lezingen geeft door heel het land.’

interview: Hester van Hasselt

Delen