Didy Veldman maakt nieuwe creatie voor Dansers van Morgen

Gepubliceerd op

Na haar eerdere creatie voor het Choreographic Project van de Prix de Lausanne maakt de Nederlandse, in Engeland werkzame choreografe Didy Veldman nu ook een nieuw werk voor Dansers van Morgen. “Hartstikke leuk om voor mijn ‘oude school’ iets te mogen maken”, zegt Veldman, die zelf de Scapino Dans Academie volgde, een van de voorlopers van de Nationale Balletacademie. Ze laat zich voor de nieuwe choreografie – voor NBA 7 en het hbo – inspireren door haar Hollandse roots en koos daarom ook Nederlandse muziek: een deel uit het Canto Ostinato van Simeon ten Holt. 

“Ernst (Meisner – red.) vroeg of ik het leuk zou vinden om voor een grote groep studenten iets te maken, dus dacht ik: dan ga ik ook meteen voor dertig kids. In Engeland heb ik een eigen ad-hoc gezelschap, daarvoor maak ik meestal klein bezette choreografieën, en in juni gaat een nieuw werk van mij voor twaalf dansers bij Birmingham Royal Ballet in première. Ik had dus wel veel zin om een keertje groots uit te pakken.”

En wat ze ook meteen wist: “Ik wilde altijd al iets met klompen doen en waar kan dat beter dan in Nederland?” Het zette haar aan het denken: “Wat betekent Nederland voor mij, wat is nou typisch Nederlands voor mij én: wat kan ik ermee als choreografe? Je denkt dan natuurlijk aan de weilanden, de koeien, aan Delfts Blauw, aan het vlakke, lineaire landschap, aan de horizon die je rijdend door Nederland vrijwel altijd ziet. Mijn moeder komt uit een boerengezin en als jong meisje kwam ik vaak op de boerderij van mijn oom om bijvoorbeeld te kijken naar een pasgeboren veulentje.”

Op de boerderij zag ze ook altijd een hele rits klompen in de gang staan – “mijn oom had dertien kinderen” – en dat inspireert haar ook nu. “De studenten dansen zeker niet de hele tijd op klompen, daarvoor werkt het schoeisel toch te limiterend en”, zegt ze lachend, “maakt het veels te veel kabaal. Ik gebruik het vooral ook als toneelbeeld: elke keer dat de dansers hun klompjes ergens achterlaten vormen ze fraaie lijnen in de ruimte.”

Mondriaan en Van Manen
Haar andere inspiratiebronnen gebruikt Veldman eveneens op subtiele wijze – “het wordt absoluut geen folklore” – maar ze typeert haar nieuwe, nog titelloze werk wel als een ‘mini-ode aan Holland’. Ook een ode aan de Nederlandse kunsten overigens: “Ik heb gekozen voor een deel uit Simeon ten Holts Canto Ostinato, die minimale pianomuziek vond ik relateren aan het Nederland van Mondriaan. En ja, natuurlijk refereren die klompen ook aan Hans van Manen en zijn klompenchoreografie Clogs, ook Hans is voor mij een wezenlijk deel van de Nederlandse geschiedenis.”

Ze heeft er nu twee repetitieweken met de studenten op zitten. “Het is een ontzettend leuke groep jonge dansers. Een deel van hen was vanaf het eerste begin meteen heel open, zó fijn om te zien hoe zij zich vol lef in het avontuur storten, in alles mee willen denken, in alles mee willen doen. Voor anderen is dat nog nieuw. Je hebt op de Nationale Balletacademie natuurlijk te maken met veel verschillende nationaliteiten. Japanners bijvoorbeeld zijn niet zo gewend om zelf input te mogen leveren.” Lachend: “Laat staan om op klompen te dansen. Ze vinden het lastig, maar gedurende de twee weken zag ik ook bij hen het besef groeien: als ik meer doe, meer uitprobeer, dan gebeurt er ook meer.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

 

Delen