NBA-studenten Minori Nakashima en Philippe Magdelijns over het Choreographic Project van de Prix de Lausanne

foto: Gregory Batardon

Gepubliceerd op

Tijdens de Prix de Lausanne 2019, die begin februari plaatsvond, namen NBA-studenten Minori Nakashima en Philippe Magdelijns deel aan het tweede Choreographic Project van de prestigieuze balletcompetitie. Samen met 24 andere internationale balletstudenten werkten zij aan Is to Be, een nieuwe creatie van de Nederlandse choreografe Didy Veldman, die de studenten vervolgens met veel succes uitvoerden tijdens de finaleavond op 9 februari. We vroegen Minori en Philippe naar hun ervaringen. 

Begin januari, een maand voorafgaand aan de Prix de Lausanne, hoorden ze dat ze uitgekozen waren om deel te nemen aan het Choreographic Project. In koor: “Zó gaaf. Het voelde echt als een enorme eer. Ze hadden iedereen kunnen kiezen, maar ze kozen ons.” Dat ze, afgaand op de website van de Prix de Lausanne, daarmee tot de ‘beste studenten van hun opleiding’ behoren, gaat ze dan ook te ver. Philippe, bescheiden: “Ik heb gehoord dat dat zo is, ja, maar ik weet niet wat ik daarvan moet denken.”

Alles was anders
Philippe en Minori hebben tien volle dagen gewerkt in het Zwitserse Lausanne. “We begonnen ’s ochtends om kwart over acht met een yogales. Daarna volgde de balletles met beroemde docenten als Élisabeth Platel (directeur van l’École de Danse de l’Opéra National de Paris – red.) en Luca Masala (directeur van de Académie de Danse Princesse Grace in Monaco – red.) en vervolgens werkten we van elf tot zeven uur ’s avonds met Didy Veldman.”

“Alles was anders”, zegt Philippe (17), die al vanaf zijn negende aan de Nationale Balletacademie studeert en met ingang van het volgende seizoen is aangenomen bij de Junior Company van Het Nationale Ballet. “Andere gezichten, andere studenten, andere docenten en vaak een andere techniek: uitgesproken Frans of juist heel Amerikaans. Het was voor het eerst dat ik in zo’n internationale omgeving terechtkwam en ik vond het echt enorm inspirerend.” En hoewel Minori (19) al wel de nodige ‘buitenlandse’ ervaring heeft – nadat ze haar vaderland Japan verliet studeerde ze twee jaar aan de Vaganova Academie in Sint-Petersburg en danste ze korte tijd bij de Junior Company van het Finse Nationale Ballet – noemt ze de ervaring in Lausanne toch ook ‘heel speciaal’. 

Yoga
Wat sowieso voor beiden compleet nieuw was, was de kennismaking met yoga. Philippe: “Ik heb dat nooit eerder gedaan, maar het heeft me echt enorm geholpen. Ik heb vooral veel geleerd op het gebied van ademhaling, wat ik nu – in de voorbereidingen voor Dansers van Morgen – bijvoorbeeld heel goed kan gebruiken tijdens een solo in Wayne McGregors Atomos. Ik merk dat ik door meer te letten op mijn ademhaling nu veel meer ‘grounded’ ben.”

Minori: “Ik merk dat yoga mij echt helpt om te ontspannen.” Philippe: “En je kunt het ook heel goed gebruiken om je lichaam als het ware van binnen op te warmen.”

Verbondenheid
Voor Philippe was het ook de eerste keer dat hij onderdeel was van het creatieproces van een nieuwe choreografie. “I liked it!”, zegt hij glunderend. “Didy’s choreografie was grotendeels modern, voor mij was dat een nieuwe ervaring en ik heb er enorm van genoten: de grotere vrijheid om je jezelf op het toneel te uiten. Daarbij voelde ik ook dat we elkaar als dansers onderling steunden. En door de yogalessen waren we qua ademhaling ook heel erg ‘in sync’ met elkaar.”

Minori: “Ik heb al de nodige ervaring met moderne choreografieën, voor mij was Didy’s materiaal dus niet heel moeilijk, ik kon het makkelijk oppikken, maar ook ik vond haar choreografie echt te gek.”

Veldman heeft zich voor Is to Be volgens Philippe en Minori vooral laten inspireren door de vele nationaliteiten die deelnamen aan het Choreographic Project. Philippe: “Zowel binnen de dans als in de wereld in het algemeen is het heel belangrijk om verbonden te zijn. De titel Is to Be verwijst volgens mij naar wat allemaal mogelijk is wanneer we dat inderdaad zouden zijn.”

Gedeelde passie
Samen met Hannah O’Neill, soliste van het Ballet de l’Opéra National de Paris, en Albert Nikolli en Leoannis Pupo-Guillen van het Lyon Opéra Ballet traden de jonge dansers van het Choreographic Project op tijdens de finale van de Prix de Lausanne op zaterdag 9 februari. “Heel speciaal om daar deel van uit te mogen maken en om te mogen dansen voor zo’n vakkundig publiek. Hoewel we – omdat we bijna aan het einde van de avond optraden – bijna niets van de finale hebben gezien, hebben we er wel enorm van genoten. Sowieso hebben we héél veel van het project geleerd. Als jonge dansers delen we dezelfde passie, maar we zijn allemaal op een andere manier getraind en hebben allemaal onze eigen kwaliteiten. Dat is heel bijzonder om te ervaren.”

Zouden ze zelf ooit mee willen doen met een competitie als de Prix de Lausanne? Wederom bescheiden: “We zijn eigenlijk niet zulke competitietypes. Maar als het gaat om wat je ervan kunt leren, om de kans die je hebt om te werken met een aantal van de grootste docenten in het vak… wie weet!”

Tekst: Astrid van Leeuwen

 

Delen