Afgelopen oktober voerde de Amerikaanse consultant Theresa Ruth Howard intensieve gesprekken met zowel de directie van Het Nationale Ballet als met de leiding van de Nationale Balletacademie. Howard was als danseres onder meer verbonden aan het Dance Theatre of Harlem and Armitage Gone! Dance, werkte als docente, choreografe en dansjournaliste en ondersteunt tegenwoordig als ‘Diversity Strategist’ dans- en andere kunstinstellingen bij het actief voeren van een diversiteits- en inclusiviteitsbeleid. Howard zal Het Nationale Ballet en de Nationale Balletacademie hier de komende tijd verder over adviseren.
“Het klassieke ballet is een wereld van stereotypen en vooringenomenheid”, zegt Theresa Ruth Howard over de telefoon vanuit de Verenigde Staten. “En dan gaat het niet alleen over raciale stereotypen en de esthetiek van het lichaam, maar bijvoorbeeld ook over hoe we dansers trainen en hoe vrouwen in het klassieke ballet veelal geportretteerd worden.”
Wil je als balletgezelschap een cultureel divers publiek bereiken en streven naar een danserstableau dat in elk geval min of meer een afspiegeling is van de maatschappij waarin je leeft, dan moet je het perspectief van mensen veranderen, aldus Howard. “Je moet zorgen dat je in hun harten en geest een omslag teweeg weet te brengen.”
Howard – geheel op de hoogte van de zwarte-pietdiscussie – is er uitgesproken over: “Ook Nederland heeft te dealen met raciale kwesties. Net als de VS uiteraard, maar de situaties in beide landen zijn heel verschillend. Je zou kunnen zeggen dat we ons beide in dezelfde rivier bevinden, maar dat we met verschillende vissen te maken hebben”, zegt de Amerikaanse, die duidelijk houdt van metaforen.
Beginnen bij de basis
Zowel in februari 2017 als in februari 2019 was Howard een van de keynote-speakers tijdens de internationale balletconferentie die Het Nationale Ballet onder de naam Positioning Ballet tweejaarlijks organiseert. Van daaruit ontwikkelde zich een nauwe band met artistiek directeur Ted Brandsen en vervolgens ook met artistiek leider van de Nationale Balletacademie Ernst Meisner. “Immers, wil je een verandering teweegbrengen, dan moet je bij de basis beginnen. Ik heb met Ernst en Ted langdurig gesproken over hun relatie met de bevolkingsgroepen die ze willen bereiken en over de manier waarop je dat het beste kunt doen. Het is daarbij heel belangrijk dat je oprecht geïnteresseerd bent om te leren, om samen te werken, om open te staan voor wat deze mensen, vaak van verschillende culturele achtergronden, te bieden hebben. Je zult – zo heeft de Nationale Balletacademie inmiddels ook al ervaren – versteld staan van het talent dat je buiten de ‘gebaande paden’ kunt vinden. Maar zelfs al is dat niet direct het geval, dan is het opbouwen van de relatie, alleen al voor je publieksbereik, nog steeds van essentieel belang.”
Politiek correct
Howard krijgt, zegt ze, vaak de vraag of ‘die witte balletwereld’ het nou wel echt serieus meent met dat streven naar meer diversiteit en inclusiviteit. “Mensen denken toch vaak dat er bij gezelschappen en academies alleen maar sprake is van ‘politiek correct gedrag’. Maar in mijn gesprekken met Ted en Ernst heb ik echt een diep commitment gevoeld, een oprechte wens om te leren en om veranderingen in gang te zetten. Die veranderingen realiseer je niet van vandaag op morgen, daar is veel tijd mee gemoeid, maar als je niet begint en je er niet met volle energie aan wijdt, dan gebeurt er nooit wat.”
De gesprekken met Het Nationale Ballet en de Nationale Balletacademie zullen zeker een vervolg krijgen, zegt Howard. “We moeten nog zien in welke vorm precies, maar hopelijk kan ik degenen die zich in de komende jaren bij beide instellingen gaan inspannen om een verandering op gang te brengen, aansturen en inspireren.”