Lea Grüter genomineerd voor AHK Eindwerkprijs met meeslepende scriptie over restitutie-narratieven

Gepubliceerd op

Lea Grüter is genomineerd voor de AHK Eindwerkprijs 2020 met haar scriptie voor de Master Museologie: De introductie van het concept Parrhesia van Sporen: Een onderzoek naar de geheugenpolitiek van de door Nazi's gestolen kunstrestitutie of: "Wat zijn we aan het vergeten?" 

Lea had al ervaring met het onderzoeken van (kunst)objecten voordat ze aan de Master museologie van de Reinwardt Academie begon, eerder behaalde zij in Duitsland een bachelor Kunstgeschiedenis. Haar keuze voor de master museologie werd gedreven door de behoefte een breder perspectief te ontwikkelen op de (waarde van) interactie met erfgoed. 

Met haar onderzoek wil Lea graag de smalle kaders doorbreken waarbinnen restitutie momenteel wordt besproken en een theorie formuleren waarin verschillende professionele discoursen, zoals juridisch en historisch, worden geïntegreerd en verbonden aan het heden. 

Deze integratie van verschillende disciplines is logisch, zoals Lea uitlegt. Het is de scheiding tussen verschillende (professionele) discoursen die leidt tot hiaten in de discussie. De erkenning van deze lacunes staat centraal in Lea's these: de vormen van vergetelheid die deel uitmaken van het dominante restitutie discours van vandaag. Lea reflecteert op de verschuivingen in de manier waarop de samenleving tegen de misdaad aankijkt, haar reactie daarop en de manier waarop essentiële begrippen als restitutie, herinnering en museum steeds opnieuw worden gedefinieerd.   

Zij leerde dat de manier waarop Joodse mensen in het gangbare verhaal worden gezien, weinig te maken heeft met de werkelijke geschiedenis van de mensen achter de gestolen voorwerpen. Er is een vooraf bestaand idee van de slachtoffers met weinig aandacht voor de unieke uiteenlopende ervaringen van elk getroffen individu.  

Ze merkt ook op dat er onevenredig veel aandacht is voor de economische waarde van de objecten en de manier waarop de discussie verder wordt ingekaderd doet het lijken alsof het stelen van kunst het belangrijkste misdrijf is. In dat narratief is er geen aandacht voor de intentie die aan alle gebeurtenissen ten grondslag lag, namelijk het uitroeien van de gemeenschappen waartoe deze kunst behoorde.   

Lea benadrukt dat geen enkele eerdere academische studie de dominante narratieven van het huidige West-Europese kunst restitutie discours kritisch heeft bevraagd als zijnde een product van sociaal-politieke dynamiek van herinnering en vergetelheid. Ze benoemt dat zelfs het begrip restitutie zelf de complexiteit van de situatie niet lijkt te weerspiegelen. Als juridische term betekent de term het herstellen van een status quo of het terugkeren naar wat vroeger was. Maar de status van vóór de Shoah kan nooit meer worden hersteld. 

Lea's scriptie gaat over de maatschappelijke waarde van een discussie over tegenstellingen waarvoor geen rechtvaardige oplossingen bestaan. Het gaat over het maatschappelijk potentieel van het ter discussie stellen van het eigen beperkte narratief, ook al is dat ongemakkelijk. De geschiedenissen van deze gestolen voorwerpen kunnen mensen in staat stellen zich te verbinden met de leden van de samenleving waartoe zij behoorden, als individuele personen die er niet zijn. De artefacten verwijzen naar een fragment van wat wij als wereld door genocide hebben verloren in de verscheidenheid van mensen. 

Lea kreeg aan het eind van haar stage in het kader van de masteropleiding een functie aangeboden als Provenance Researcher bij het Rijksmuseum. In haar nieuwe hoedanigheid als Reinwardt alumna en professioneel onderzoeker, wilde zij graag onze huidige studenten van de master Toegepaste Museum- en Erfgoedstudies eerder dit jaar ontvangen en deze kwesties op een kritische manier bespreken.

Delen