Thomas Spijkerman, docent Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie: 'Vind het juiste publiek om de meeste impact te maken'

Foto: Tessa Posthuma de Boer

Gepubliceerd op

Thomas Spijkerman richtte tijdens zijn studie aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie het muziektheatercollectief Circus Treurdier op. Inmiddels is hij docent aan diezelfde opleiding en is hij het productiehuis Heelal BV gestart: ‘handelshuis voor fantasie en troost’. We interviewden hem over zijn ondernemerschap en zijn visie op de culturele sector.

Waar ben je op dit moment mee bezig?
“Samen met mijn collega en levenspartner Henriëtte Olland ben ik het productiehuis Heelal BV gestart. We ontwikkelen interactief werk van theatermakers en kunstenaars in de publieke en commerciële sector. Er wordt fantastisch werk gemaakt in de culturele sector, dat niet altijd het publiek vindt waar het de grootste indruk kan achterlaten. Daarom willen wij de bruggen slaan naar andere sectoren.”

In een vorig interview zei je dat je ondernemerschap als onderdeel zag van je kunstenaarschap. Hoe denk je daar nu over?
“Daar kijk ik eigenlijk nog hetzelfde naar. Misschien dat ik het nu zelfs nog iets holistischer zie. Ik zie mijn theatermakerschap, kunstenaarschap en ondernemerschap als één geheel. Ik maak die scheiding niet meer. Je wilt als theatermaker iets creëren, daar hoort een publiek bij dat je wilt bereiken en om dat te doen moet het voorgefinancierd worden. Dat hangt met elkaar samen, om uiteindelijk een relatie tussen het publiek en het kunstwerk tot stand te brengen.”
 
“Als je afstudeert als theatermaker aan een kunstopleiding zul je op de één of andere manier in staat moeten zijn om je eigen werkveld te creëren. Veel studenten zullen in de toekomst een hybride praktijk hebben met het opzetten van eigen projecten, dan weer spelen in een stuk of meedenken in een proces. Je wilt ze opleiden om zelf het werkveld van de toekomst vorm te gaan geven. Dat betekent dat je ze moet trainen in een bepaalde mentaliteit, flexibiliteit en ondernemendheid. In mijn lessen ‘theatermaken & ondernemerschap’ gaat het daar ook over. Als je theater maakt wil je je publiek iets vertellen en alles dat daarbij komt kijken, hoort daar gewoon bij. Het schrijven van een publiciteitstekst is bijvoorbeeld gewoon een onderdeel van je werk: het is de eerste indruk die je publiek over jouw werk krijgt.”

“Het gaat in de eerste plaats om de mentaliteit waarmee je de beroepspraktijk tegemoet treedt. Specifieke ondernemerschapsvaardigheden die komen later. Ik merk dat het eigenlijk pas echt zin heeft om het over het opstellen van een begroting of het oprichten van een stichting te hebben als die wens er is. Als ze vragen krijgen van een opdrachtgever over btw, als ze bij fondsen willen aanvragen na hun afstuderen of als ze een begroting moeten inleveren voor het Fringe Festival, hebben ze een enorme intrinsieke motivatie om dat te begrijpen. Daarom stimuleer ik studenten om out there te gaan en buiten hun studie al dingen op te zetten. Dan kom je alles wat je nodig hebt tegen. Als je het niet tegenkomt, heb je het niet nodig.”

Wat vind jij de belangrijkste waarde van kunst voor de samenleving?
“Theatermakers en kunstenaars kunnen grote maatschappelijke thema’s invoelbaar maken. Ze trainen de fantasie en het inlevingsvermogen van mensen. Ze leren je om buiten de kaders te denken. Je kunt als kunstenaar letterlijk een alternatieve werkelijkheid de werkelijkheid laten worden. Dat hoeft niet per se in een theater of museum te gebeuren. Ik deed bijvoorbeeld een pilot van het project ‘De Lege Winkel’ dat ik bij de Local School van Das Graduate School ontwikkelde. Dat was een winkel in de PC Hooftstraat waar ik tussen 9 en 5 Leegte verkocht. Ik was zelf erg gelukkig in dat project, voelde me extreem zinvol bezig. Het was een fantasie, maar tegelijkertijd was het de werkelijkheid. Winkelend publiek liep langs en kwam binnen met heel uiteenlopende motivaties. Er ontstonden gesprekken, gezamenlijke fantasieën en uiteindelijk werd er natuurlijk de benodigde hoeveelheid Leegte aangeschaft. Het was een voorstel voor een nieuwe inrichting van een winkelstraat. Dat beviel me ontzettend. Dat die fantasie letterlijk in ons straatbeeld terechtkwam.”

“We werken bij Heelal BV samen met theatermaakster Emke Idema. Haar project Stranger is een levensgroot gezelschapsspel waarin je als deelnemer geconfronteerd wordt met je vooroordelen en eerste indrukken. Je velt oordelen basis van gezichten op de speelvloer. Die vorm spreekt een brede groep mensen aan. Wij zagen dat spel in de Rotterdamse Schouwburg. We dachten dat het beter tot zijn recht zou komen op plekken waar stereotypering een grote rol speelt in de dagelijkse praktijk, zoals bij de Politie of de Belastingdienst. Maar daarvoor is in de culturele sector nog geen goede infrastructuur. Wij willen met Heelal BV een optimale match creëren tussen inhoud, vorm en locatie, zodat zo’n project een grotere impact kan maken in de samenleving.”

Als je werk succesvol is, vind ik dat je bijna een verplichting hebt om na te denken over hoe jouw project langdurig een zo groot mogelijk publiek kan bereiken.

“Ik denk dat we na moeten denken over nieuwe vormen waarin theater en kunst hun waarde meer zichtbaar kunnen maken. Zo is de locatie waar een werk zich manifesteert een onderdeel van de inhoud. Dat kun je niet los van elkaar zien. Je kunt niet zeggen: ik wil een divers publiek bereiken en vervolgens in de schouwburg je voorstelling spelen. Want de schouwburg is ook voor veel mensen een plek met een drempel. Dat mag je doen, maar dan accepteer je ook dat niet iedereen die drempel over komt.”

“Ik vind het ook inspirerend om na te denken over schaalbaarheid, waar de culturele sector niet zo mee bezig is. Er is een soort mythe dat de kunstenaar zelf de enige persoon zou moeten zijn die een project kan uitvoeren. Maar veel dingen zijn gewoon vervangbaar en met dezelfde kwaliteit uit te voeren door anderen.”
 
“Er is ook vaak weerzin en geen noodzaak in de culturele sector om na te denken over schaalbaarheid. We zitten met elkaar in een soort oneindige research & development-afdeling, dat vind ik een ongezonde en onduurzame situatie. Dingen worden vaak maar voor één seizoen geproduceerd of geprogrammeerd. Dat is zonde. Als je werk succesvol is, vind ik eigenlijk dat je bijna een verplichting hebt om na te denken over hoe jouw project langdurig een zo groot mogelijk publiek kan bereiken. Het is ten slotte in veel gevallen gefinancierd door overheidsgeld, iedereen heeft eraan meebetaald dus moet je je best doen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen het zien.”

Hoe verandert de coronacrisis  jouw werkveld?
“Digitaal theater neemt natuurlijk een enorme vlucht bij mensen die sowieso interesse hebben in innovatie en technologische ontwikkelingen. Er wordt ook gezegd dat het nooit een live voorstelling kan vervangen. Ik wens dat te betwisten. Zeker als je kijkt naar de ontwikkelingen rond VR en AR. Er is op dat gebied nog veel gebied te ontginnen voor theatermakers. Ik ben daarmee bezig en vind dat heel leuk. Als je je werk op een goede manier digitaal weet te maken kun je een enorme markt bereiken, ook internationaal.”

Houd je je nog bezig met Circus Treurdier of heb je het helemaal losgelaten?
“In 2018 ben ik vertrokken bij Circus Treurdier omdat onze visies verschilden en ik ander soort projecten wilde opzetten. Circus Treurdier maakt nog steeds theater en televisie. Het is gelukt om het op de buis te brengen en het is genomineerd voor een Gouden Kalf. Dat is te gek en meer dan waar ik vooraf van droomde. Ik kom naar alle voorstellingen en ben nog steeds fan van het werk. Het was een turbulente, maar ook hele mooie periode uit mijn leven.”

Waar sta je zelf over een aantal jaar?
“Ik zou het leuk vinden om meer in het buitenland te werken. Ik zie mezelf als Europeaan en ik zou die identiteit meer vorm willen geven. Met Henriëtte ben ik bezig om te kijken of we iets in Athene kunnen opzetten. Misschien een residentieplek. Dat is een stad waar we veel van houden.”

“Verder wil ik Heelal BV graag een financieel en artistiek gezond initiatief laten zijn. We mogen laten zien dat kunst naast een artistieke waarde ook een maatschappelijke en financiële waarde mag hebben. Mensen moeten gaan leren betalen voor wat kunst waard is.”

Wat wil je als tip meegeven aan starters of studenten?
“Begin met lopen en dan kom je vanzelf tegen wat je tegen moet komen. Vertrouw erop dat de richting waarin je loopt de juiste is, zo niet dan kom je er vanzelf achter en pas je je koers aan. Maar blijf in beweging.”

Kunnen mensen zich aanmelden bij Heelal BV?
“Absoluut! Ik vind het wel belangrijk dat ze van tevoren goed kijken naar onze uitgesproken visie over het soort werk dat we aannemen. Als mensen zich daartoe aangetrokken voelen, vinden wij het altijd leuk om nieuwe mensen te ontmoeten en in gesprek te gaan.”

► Thomas Spijkerman, docent Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie

Humans of the Arts & BeroepKunstenaar.nl
Aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten studeren zo’n 3.000 studenten en werken 900 medewerkers. Iedereen heeft zijn of haar eigen verhaal. Die verhalen, of ze nu verbonden zijn met studie/werk of niet, staan centraal in de social media campagne Humans of the Arts. Wil je jouw verhaal delen? Mail dan naar communicatie@ahk.nl, dan nemen we contact met je op.

Dit interview is tevens onderdeel van een serie interviews met alumni op BeroepKunstenaar.nl.

Delen