Artistiek onderzoek - Wat houdt dat in? Een gesprek met Carly Everaert

Carly Everaert, foto: Lutz Edelhoff - Operahuis Erfurt

Gepubliceerd op

Onderzoek aan de Academie voor Theater en Dans, we weten dat het gebeurt, maar wat houdt het precies in? Het derde deel van een serie interviews voor een kijkje in de keuken. Een gesprek met kostuumontwerper en docent aan de opleiding Scenografie: Carly Everaert.

Deel 3:  Lichamen zijn mijn inspiratiebron

‘Je moet letterlijk plaatsmaken’, Carly Everaert zet een stap opzij en wijst met twee handen naar de grond naast zich. Ze heeft zojuist te horen gekregen dat Selm Wenselaers, Naomie Pieter en Mira Thompson alle drie ingaan op haar uitnodiging: dit najaar zullen ze als gastdocenten meewerken aan Everaerts tweedejaarsblok. ‘Ik kan over Trans-, Zwart-, en Disabled-theorie vertellen, maar het is veel interessanter als zij dat vanuit hun eigen ervaring doen.

Carly Everaert ontwierp voor meer dan 200 voorstellingen – van grote opera’s tot intieme monologen, in Nederland en Duitsland – de kostuums. Extreem kleurrijk (‘vroeger noemde ik mezelf een schilder, ik koos vaak voor witte schoenen als witte toets in een schilderij’), gelaagd (haar kostuums zijn een collage van vaak bestaande kleding en materialen, op het lijf van de acteurs gesneden – ‘hun lichamen zijn mijn inspiratiebron’) en genderfluïde (waarover later meer).

Net als dansdocent Maria Ines Villasmil, die eerder in deze reeks aan het woord kwam, maakt Carly Everaert deel uit van de kenniskring Belichaamde kennis in theater en dans. Een groep docenten van verschillende opleidingen binnen de ATD die, ieder vanuit hun eigen artistieke onderzoek, met elkaar het gesprek aangaan. Everaerts onderzoek richt zich op lichaam, kostuum en beweging. In twee blokken die ze bij Scenografie geeft, brengt ze dit het curriculum in.

Hoofd zoekt hand
‘In het blok Leren denken met je handen kopen de eerstejaars scenografie-studenten ieder een grijs herenpak op het Waterlooplein. Dat tornen ze helemaal uit elkaar, een proces waarin je ziet uit hoe ontzettend veel onderdelen zo’n pak bestaat, maar ook hoeveel werk, tijd en materiaal erin zit. Vervolgens krijgen ze de opdracht om met alle onderdelen een kostuum vorm te geven, dat zo ver mogelijk van het lichaam verwijderd is. Ik vraag ze om ieder vooropgezet plan los te laten en te kijken wat er al doende ontstaat. Zo zien ze dat er kennis in hun lichaam schuilt die je door het werken met je handen naar boven haalt. Er ontstaan textiele beeldhouwwerken, abstracte vormen, kostuums met vreemde uitstulpsels of harde hoeken, pakken waar ze uiteindelijk zelf inkruipen om te ervaren wat dit kostuum van hen vraagt.

Het mooie is dat ik, door de kenniskring, dit fysieke onderzoek verder kan verdiepen. Ik heb Maria Ines gevraagd om vanuit een geleide dansimprovisatie met onze studenten te werken. Zij laat ze ontdekken hoe het kostuum hun bewegingen beïnvloedt, hoe het ze beperkt of juist meer vrijheid geeft, welke kwaliteiten, traag, sensueel of springerig het in hen naar boven haalt.’

‘Daar waar kostuum, lichaam en beweging samenkomen, dat vind ik interessant terrein. Terwijl ik zelf erg theatraal ben in mijn ontwerpen, ben ik ook nieuwsgierig naar de performativiteit van juist hele alledaagse kostuums. Ik interviewde Esther Snelder, acteur en speldocent aan de Mimeopleiding, ook verbonden aan de kenniskring, wat er gebeurt als je in je eigen kleren het toneel opgaat. Is er een moment waarop je ervaring verandert? Waarop je een onzichtbare grens tussen kleding en kostuum overgaat?’ 

Design is a political act
Een ander groot onderwerp waar Everaert zich al haar hele carrière mee bezighoudt is de representatie van queer en gender op het toneel. Zij werkt vaak samen met regisseurs die kiezen voor cross gender en niet-traditionele casting, een speelse en tegelijkertijd krachtige manier om de bekende tweedeling in man/vrouw, zwart/wit, trans/cis, hetero/queer en de bijbehorende machtsstructuren te doorbreken. In de openingsscène van Trojan Wars dragen de Griekse helden korte rokjes waarin ze met hun jeugdige, mannelijke energie over het toneel banjeren. In Het oneindige verhaal wordt Atreju (in het oorspronkelijke verhaal een wit jongetje dat de wereld zal redden) gespeeld door een jonge, Zwarte actrice, met een soort van schotse rok en boxershort aan. Everaert: ‘Zoals de Britse scenograaf Rosie Elnile zegt: Design is a political act – let’s use it to reshape the future.’

In het verlengde van deze activistische pijler in Everaerts werk staat haar tweedejaars blok in het teken van de critical theory. ‘In het eerste deel maken de studenten kennis met de theorie van intersectioneel feminisme, queer- en genderperspectieven, black studies en een veelvoud aan verwante artistieke praktijken. Het idee is dat we samen leren, we voeden ons met essays, podcasts en tv-shows. Ik ben ontzettend blij dat Selm, Naomie en Mira met hun baanbrekend werk als genderfluïde dramaturg, Zwarte queer performance kunstenaar en Disabled jazz zangeres, ons hierin zullen gaan uitdagen. Iedere student gaat zijn eigen onderzoek aan, ik vraag ze om hun eigen lichamelijke ervaringen daarin mee te nemen, zodat ze hun sociaal-politieke positie leren kennen. Vorig jaar maakte één van de studenten een personage van alle opmerkingen die hij in zijn leven vanwege zijn queer-zijn had gekregen. Dat pijnlichaam kreeg een naam, werd uitgebeeld in klei, en daarna in een mortuariumachtig installatie ten grave gedragen.

Met een ondersteuning van Das Research, waar de kenniskring een onderdeel van is, schreef Everaert afgelopen voorjaar de lezing ‘Creating spaces for other(ed) bodies’. Daarmee leverde zij een bijdrage aan het jaarlijkse symposium ‘Costume, Scenography and Critical Theoryaan de Arts University van Bournemouth in Zuid-Engeland. Aanvankelijk wat ongemakkelijk bij het idee daar zonder enige academische bagage een lezing te geven, was Everaert blij verrast door de positieve ontvangst. Juist de praktische en fysieke vertaling van critical theory naar scenografie en kostuums in haar onderwijs, het delen van haar onderzoek en jarenlange werkervaring, kortom het overbrengen van belichaamde kennis, werd als zeer inspirerend ervaren. Inmiddels geeft ze de lezing ook op andere plekken en onderzoekt ze met Laura Cull Ó Maoilearca, hoofd van DAS Research, of ze haar lezing ook in boekvorm kan uitgeven. Everaert: ‘Dit ligt heel dicht bij het uitgangspunt van de kenniskring, hoe geven we woorden aan onze ervaring? Wat kunnen we van elkaars expertises leren? Is er een manier om onze belichaamde kennis vast te leggen? Hoe geven we onze praktijk aan anderen door?’

Interview: Hester van Hasselt

 

 

 

'Leren denken met je handen' - Inge Gutzeit, foto: Robert van der Ree

'Leren denken met je handen' - Lou Seidel, foto: Robert van der Ree

'Leren denken met je handen' - Menno Meijners, foto: Robert van der Ree

Delen