Artistiek onderzoek - Wat houdt dat in? Een gesprek met Thomas Talawa Prestø

foto: Sigrun Drivdal Johnson

Gepubliceerd op

Onderzoek aan de Academie voor Theater en Dans, we weten dat het gebeurt, maar wat houdt het precies in? Dit is deel twaalf van een serie interviews; een kijkje in de keuken. Een gesprek met choreograaf Thomas Talawa Prestø (Noorwegen), oprichter van Tabanka African and Caribbean Peoples Dance Ensemble https://tabankadance.com. Prestø is deze maand te gast bij het ATD Lectoraat, de ATD Onderzoeksmaand, het IDlab en de opleiding Expanded Contemporary Dance.

Due to unavoidable circumstances the guest lecture of Thomas Prestø is postponed. We apologise for any inconvenience and will let you know of a new date as soon as it can be scheduled.

Deel 12: Ancient Power – Modern Use

Het meest beangstigende moment in mijn loopbaan beleefde ik in Engeland. We traden op in het Bernie Grant Arts Centre in Tottenham, een deel van Londen waarin de Caraïbische cultuur sterk vertegenwoordigd is. Ons stuk heette Rhythm, Roots and Revolution en ging over reggae. Uit een diep respect voor onze voorouders en culturele erfenis, maakte ik me zorgen over hoe mijn werk ontvangen zou worden. Het publiek in de zaal was helemaal zwart.

Voor deze voorstelling had ik jarenlang gewerkt aan de deconstructie van reggae. Alleen al mijn zoektocht naar de etnische oorsprong nam vijf jaar in beslag. Ik bestudeerde de herkomst van de verschillende drums in de traditionele reggae, ik raadpleegde archieven van slavenforten en slavenschepen, en bezocht bibliotheken en plantages. Ik wilde weten welke Afrikanen naar welk gebied op Jamaica waren gebracht. In de jaren daaraan voorafgaand was ik al meerdere keren in Afrika geweest. Kijk (toont een schema) dit is vijftien jaar onderzoek. Hier zie je welke ritme-culturen uit West-Afrika terug te vinden zijn op Haïti, Cuba, Jamaica, Brazilië, Belize en Trinidad.

In het maakproces van Rhythm, Roots and Revolution werkte ik met de oorspronkelijke Afrikaanse dansen en met de creolisering; de mix die in de Caraïben ontstond. Daartussen ging ik heen en weer. Als je reggae-dans en dance hall deconstrueert, ontdek je allerlei elementen uit Afrikaanse rite-de-passage-, begrafenis- en vruchtbaarheidsdansen. Deze spirituele dansen werden op de Caraïben (en in alle ander Europese koloniën) tijdens de slavernij en het kolonialisme, sterk onderdrukt. Voor het Europese oog moest er zoveel mogelijk achter een masker verborgen blijven. Het pijnlijke is dat ook het meeste materiaal dat je hierover in academisch onderzoek aantreft, racistisch is. In de Caraïben is onze cultuur hoofdzakelijk beschreven aan de hand van degene die ons eeuwenlang bezat. Dus je leest niet: in Tobago dansen ze zus en zo omdat de tot slaaf gemaakte Yoruba uit Nigeria kwamen, maar: omdat ze in het bezit van de Engelsen waren. (stilte) Hoe je op een Afrikaanse drum danst, heeft weinig met de Engelsen van doen.

Voor Rhythm, Roots and Revolution herhaalde ik de creolisering van de Afrikaanse dansen, als artistiek proces. Vanuit dezelfde wortels als eeuwen geleden, maar met een vocabulaire dat breder, rijker, luider is. Met die voorstelling gingen we naar Tottenham. Je moet weten dat reggae bijna een nationale muziekvorm op de Caraïben is, dus ik vond het doodeng om hier voor zo’n Caraïbisch publiek op te treden. Je zou kunnen zeggen: ‘I messed with reggae’. Het publiek stormde na de eerste choreografie het toneel al op.

Uit woede?
Nee, van vreugde. Het publiek was uitzinnig van vreugde. Ze werden helemaal wild. Ze stonden erop dat we de eerste choreografie herhaalden, hoezeer ik ook uitlegde dat er nog meer op het programma stond. Uiteindelijk hebben we bijna alles dubbel gedaan. Mensen huilden en lachten, de ouderen zeiden dat ze nog nooit zulke authentieke reggae-dans hadden gezien. Ik was verrast dat mijn poging om de dans terug te brengen naar haar kern, zo sterk resoneerde, dat mensen zich bekrachtigd voelden door de ongegeneerde identiteit ervan.

Op dat moment besefte ik: oké, dit is niet zomaar iets. Dit is niet een gewoon staand applaus.

Mensen voelen een noodzaak om op het podium te komen. Ze willen fysiek zijn waar het gebeurt. Het was indrukwekkend om die grote aantrekkingskracht te zien.

Het klinkt alsof er een directe, lichamelijke herkenning was.
Ja, ik denk dat de voorstelling raakte aan een culturele kennis die in het lichaam aanwezig is. Er werd tegelijkertijd iets blootgelegd en versterkt. Dat is nu wat artistiek onderzoek kan doen. Ik zal je nog een voorbeeld geven: hiphop. Er wordt vaak gezegd dat die armbewegingen gaat over stoer en ruig zijn: ‘Hey, I am cool’. Maar hiphop is niet in een vacuüm uitgevonden. Die muziek en dansstijl werd ontwikkeld door Latino, Afrikaans-Amerikaanse en Afrikaans-Caraïbische kids. (toont een filmpje uit de dansstudio) Dit is Shango, een originele Yoruba-dans, als je kijkt naar de handen zie je een bepaalde manier van bewegen, een houding, een plaatsing die in de hiphop terecht is gekomen. Die handbewegingen in de hip hop hebben cultureel dus een diepe spirituele betekenis. Shango is een god van donder en bliksem, net als Tor. Een krijger-god. Met deze dans roep je zijn kracht op, het is een beschermingsritueel. Als je nu opnieuw kijkt naar hiphop kun je je afvragen: hoezo bescherming? Tegen wat, tegen wie? Het gesegregeerde Amerika was natuurlijk een zeer vijandige omgeving. Als door onderzoek je perspectief verandert, bouw je je choreografieën heel anders op.

Zie je trouwens dat die Shango-dans erg mannelijk is, maar geen viering van geweld? Er zit ook zachtheid in en sensualiteit, en een grote generositeit in hoe die mannen de ruimte met elkaar delen.

Ja, het is elegant.
Je ziet dat het leven er, met al zijn nuances, in aanwezig is. Het is niet ééndimensionaal maar holistisch. Door artistiek onderzoek kan het werk meerdere dimensies krijgen, het hoeft niet 2D te zijn. 

Veel kennis en cultuur is stervende. Het toerisme maakt nu dingen kapot, waar dat het kolonialisme niet is gelukt. Neem bijvoorbeeld Limbo, waarbij je onder een horizontale stok door danst. Dat is oorspronkelijk een begrafenisdans uit Trinidad en Tobago. Als iemand dood ging in de Caraïben was men bang dat de geest niet terug kon keren naar de voorouders in Afrika. Daarom werd er onder een stok door gedanst; om de lasten van de dode af te nemen, zodat ie naar huis kon vliegen. De stok begon laag bij de grond, en ging steeds hoger, iedere keer dat iemand er onderdoor danste, raakte de geest van de overledene verder bevrijd.

Onder invloed van het toerisme is de beweging van die lat omgedraaid: van hoog naar laag, want hoe lager, hoe spannender, de stok werd ook nog eens in brand gezet. Zo kreeg de dans een competitief element. Wat ooit een begrafenisritueel was, is bij ons in Scandinavië -en overal elders- nu een drankspel. Het gewelddadige karakter van cultureel toerisme ervaar je net zo goed op internet. Op YouTube en TikTok zie je Afrikaans gewortelde danspasjes voorbij komen, maar dan zo sterk gesimplificeerd dat iedereen ze kan nadoen. Zo krijg je een platte, stereotype variant, waaruit alle textuur verdwenen is.

Ken jij zelf oorspronkelijke Afrikaanse dansen?
Ja, ik groeide op in een Caraïbische familie, met reggae, ik heb vanaf jong in traditionele dansgroepen gedanst. Ik kende de meeste dansen dus al, maar heb ook jarenlang onderzoek gedaan. Ik was in Ghana, Nigeria, Congo, Senegal, Niger en Togo. Ik heb het geluk dat ik een spirituele initiatie kreeg in de Caraïben, waardoor ik van de Yoruba deel mocht nemen aan hun rituele dansen. Van deze dansen bestaat geen enkele opname, camera’s zijn niet toegestaan.

Dus je ondervond ze allemaal aan den lijve?
Ja, het is belichaamd werk. Vervolgens heb ik een methode ontwikkeld om die ritmes en bewegingen vast te leggen en over te dragen. Zo ontstond de Talawa Techniek https://tabankadance.com/talawa-technique-2/ . Er zijn 124 bewegingsfrases die ik heb gecodificeerd. Uiteraard heb ik bepaalde elementen weggelaten uit respect voor de traditie. Deze dansen zijn nooit bedoeld voor een niet geïnitieerd publiek. Je moet ook echt oppassen met dit materiaal, jaren geleden raakten studenten tijdens een training van mij in trance, alleen maar door te dansen. Daar ben ik erg van geschrokken. Zoveel lading zit in die bewegingen verankerd, daar kun je maar beter voorzichtig mee zijn.

Ken jij de oorspronkelijke dansen goed genoeg om ze door te kunnen geven?
(voorzichtig) Sommige wel. Ik zeg dit alleen omdat de ouderen, die deze dansen als zestig jaar doen, dat zo zien. Zij zeggen: ‘Jij bent één van de jongere meesters, jouw lichaam draag deze kennis en dit vocabulaire. Jij bent ervoor verantwoordelijk dat dit niet uitsterft -no pressure-.

Dat de originele vorm toegankelijk blijft.

Interview: Hester van Hasselt

 

foto: Sigrun Drivdal Johnson

Delen