Charlotte van der Woude
- Contact
- LinkedIn
DE NATUUR BEVINDT ZICH ONDER JE VOETEN
De ontdekking van het ondergrondse landschap in Londen als potentiële nieuwe natuur
Sinds de oudheid waren de mens en zijn omgeving nauw met elkaar verbonden. Op zoek naar een plek om te wonen en zich te vestigen vond hij altijd een strategisch punt in het landschap om zijn huis op te bouwen. Topografie, water, bossen en ondergrond gaven de mens verschillende mogelijkheden om een goede plek te vinden om te wonen, wat resulteerde in een specifiek gebruik van het omringende landschap. Beperkingen en mogelijkheden wat betreft middelen en klimaat vormden feitelijk zelfs onze eerste nederzettingen, wat niet alleen resulteerde in kennis van de omgeving, maar vooral een gevoel van verbondenheid en identiteit gaf.
Tegenwoordig zijn sommige van deze nederzettingen drastisch veranderd en zijn tot steden geworden die maar door blijven groeien. De verbinding met hun ondergrond en oorspronkelijke landschap is vervaagd en kan nauwelijks ervaren worden. Lagen beton en asfalt liggen over de rivieren en de bodem van het landschap. Dit beïnvloedt niet alleen hoe mensen de stad voelen en beleven, maar ook hoe onze steden reageren op hedendaagse problemen als klimaatverandering, de aantasting van biodiversiteit en vraagstukken omtrent water.
Als gevolg van het alsmaar veranderen van de stad lijkt het of we ver moeten reizen om 'natuur' te vinden, maar wat als we wat beter kijken? Is de natuur er nog? Ligt die niet gewoon verborgen onder al die kunstmatige stadslagen? Is de natuur dichterbij dan we denken en ligt ze verstopt onder onze voeten? Kunnen we mogelijkheden vinden in ons ondergrondse landschap? En als dat zo is, kunnen we dan proberen om die verborgen structuren beter door te voeren in de stad?
Om antwoorden op deze vragen te krijgen wordt in dit project de stad Londen onderzocht, waar veel zijrivieren van de Theems nu onder lagen beton begraven liggen. Zoals in zoveel steden over de hele wereld waren deze beekjes de plek waar mensen zich in het begin vestigden, maar door zware vervuiling tijdens het industriële tijdperk waren van deze rivieren ondergrondse rioleringen gemaakt daterend uit de Victoriaanse tijd. Dit afstudeerproject probeert te ontdekken of deze verborgen structuur een kans zou kunnen zijn om een 'nieuwe natuur' te creëren. Een die het harde stadsleven niet kan overleven, maar die wel een geheel nieuwe soort habitat zou mogelijk maken: een kwetsbare natuur om te ontdekken onder je voeten.
Afstudeercommissie: Mirjam Koevoet (mentor), Ricky Rijkenberg en Paul Achterberg. Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Philomene van der Vliet en Peter Lubbers.