Ik en honderdduizend

Ik en honderdduizend is een installatie vrij naar de roman Iemand, niemand en honderdduizend van de Italiaanse auteur Luigi Pirandello. Door de vele afspiegelingen van zichzelf in zijn omgeving, komt het hoofdpersonage in de roman tot besef dat hij niet één persoon is, maar dat hij honderdduizend individuen in zich herbergt. De installatie creëert aan de hand van de disciplines decor, licht, geluid en mime een plek waarin het geoorloofd is om enkel te zijn en waar te nemen.

Het publiek wordt opgedeeld in twee groepen en aan weerszijden van een spiegelwand geplaatst. Het begin van een lange lichtcyclus met effecten waardoor het spiegelbeeld van jou en de persoon tegenover jou in elkaar overvloeien (je wordt letterlijk één) en je afwisselend de ander naar zichzelf ziet kijken, zelf naar je eigen spiegelbeeld kijkt en naar elkaar kijkt. Het zorgt ervoor dat de grenzen tussen jezelf en de ander vervagen. Er is geen tekst, waardoor er meer ruimte is voor een directe communicatie naar de gevoelswereld van het publiek. Een subtiel geluidsontwerp brengt de bezoeker bijna in een meditatieve staat. Het kan je een ongemakkelijk gevoel geven en je bewust maken van het feit dat het aangaan van een verbinding ook confronterend is en je een spiegel voorhoudt. We zetten zo niet alleen een decor neer, maar een perceptievorm.

Aan het einde van de lichtcyclus, waarin je met elkaar versmelt, verdwijnt ook de laatste  beschermlaag die tot dan toe een afstand creëert tussen jou en diegene tegen over jou. De spiegelwand wordt langzaam omhoog getrokken en het publiek zit stilzwijgend tegenover elkaar. Hierna ontdek je dat er al die tijd nog een tweede wereld in de ruimte aanwezig was. Achter het publiek doemt een berglandschap op. Je wordt uitgenodigd om in deze nieuwe dimensie te stappen en zo de zaal te verlaten.

Aanbevelingen

Gwenoële Trapman, artistiek leider Productie podiumkunsten, de Theaterschool: ‘Lisa streeft naar een duurzame verbinding met publiek en gemeenschap. Ze betrok de buurt bij het maakproces door deze op verschillende momenten uit te nodigen voor deelname aan het werk. Zo figureerde een aantal buurtbewoners en ondernemers uit de buurt in de voorstelling. Op deze manier heeft zij het draagvlak voor het project en ook voor de Theaterschool vergroot.

Lisa werkt als makelaar tussen locatie, publiek en kunstenaar, dit beschouwt zij als haar gemeenschap. Door op deze manier samenwerkingen aan te gaan wordt een gemeenschap sterker met als gevolg betrokkenheid en mede-eigenaarschap.

Het is voor Lisa belangrijk om een stevige inbedding in de gemeenschap te creëren, door met persoonlijke aandacht met kunstenaars, het publiek en aandeelhouders om te gaan, met het doel zo gezamenlijk een ‘stam’ te vormen. Na afloop van haar afstudeervoorstelling ontving zij het publiek altijd persoonlijk om te vragen wat ze hadden ervaren en hoe ze in aanraking gekomen waren met de voorstelling. Ook sprak ze met muzikanten, vormgevers en spelers over waarom zij hun werk maken, wat ze missen, en wat ze willen delen.’

Theun Mosk, scenograaf: ‘Theater is een afspraak, een afspraak over tijd, de tijd tussen toeschouwer en de makers op dat moment in het hier en nu. Hoe vernieuwend men ook is, dit gegeven is altijd aanwezig. Daarbinnen vond ik lk en honderdduizend een spannend onderzoek en een gewaagde keuze omdat het speelt met de verwachting. Het is verrassend en gaat een bijzondere interactie met het publiek aan.

In Ik en honderdduizend bestaat er een grote interactie tussen het werk en het publiek, maar een nog grotere interactie tussen het publiek onderling. Van het publiek weten we dat ze niet spelen, zich niet geregisseerd gedragen en het dus 'echt' is. Dat het 'echt' is en dat ik zelf onderdeel ben, maakt dat het indruk op me maakt.’

Hubertus Martin Mayr, dramaturg Dance Company Nanine Linning / Theater Heidelberg: Ik en honderdduizend getuigt van een verfrissende gedurfde houding ten opzichte van de conventies van het theater, de ongeschreven regels van het theatermaken en van een uitgesproken politiek potentieel. Van buiten beschouwd lijkt de installatie niet te beogen theater te willen zijn, terwijl juist het tegendeel het geval is. Ik en honderdduizend brengt de notie van theater terug naar haar essentie: het idee dat theater begint bij een mondige toeschouwer die zich probeert ‘een voorstelling te maken’ van wat hij ervaart, een toeschouwer die ervoor kiest een actieve rol te willen spelen. Juist vanuit dit spanningsveld tussen ontkenning en bevestiging ontplooit het werk zijn kracht.

In een tijd waarin wij meer dan ooit tevoren worden gevraagd om ‘de Ander’ niet af te doen als een abstract gegeven dat slechts in een of andere ver land een bestaansrecht heeft, maar concreet onder ogen te zien, te herkennen voor de echte mens die hij/zij is en voor de reële behoeften die hij/zij heeft, is de ontmoeting met de ander die Ik en honderdduizend faciliteert geen vrijblijvend theateravontuur, maar absolute noodzaak.’

Student Lisa Corsten
Opleiding
Productie podiumkunsten

Ook een afstudeerwerk van: Geartsje van der Zee (Scenografie)

Delen