Petra Borneman

Petra Borneman

Course
Kunsteducatie (master)
Class
2012

Docent theater en educatie-, studieleider specialist Brede School, Marnix Academie Utrecht, projectleider Stichting Kunst & Wereld

Kunst op de huid

Theater, drama en educatie zijn de torens in het landschap van mijn werk. In mijn baan als opleidingsdocent aan de Marnix Academie in Utrecht laat ik toekomstige meesters en juffen de impact van theater en drama zó ervaren, dat zij het vak willen inzetten in het basisonderwijs.

Binnen het onderwijslandschap voel ik me sterk verbonden met het concept brede school omdat ik geloof in de noodzaak van een rijk binnen- en buitenschools programma waarin mensen elkaar ontmoeten en waarin educatie, welzijn en kunst geïntegreerd zijn in een thematisch aanbod. De master gaf me tijd en ruimte om mijn visie te onderbouwen en onderzoek te doen in de praktijk.

Als kunsteducator ben ik geïnteresseerd in de kracht van drama en theater in educatieve concepten. Mijn belangstelling ging in het literatuuronderzoek uit naar internationaal onderzoek en voorbeelden van drama als middel in een educatieve setting. Omdat de rol van educatief drama en theater in het basisonderwijs in Nederland marginaal is, deed ik een literatuuronderzoek naar museale concepten waar drama en theater als middel worden ingezet. Mijn visie op de doelen, inhoud en inbedding van educatie in museale concepten is vooral gevormd door George Hein en Eilean Hooper-Greenhill en door het longitudinaal onderzoek Performing, learning and heritage van Jackson en Kidd.

Daarna deed ik een kwalitatief onderzoek naar de beleving en waardering door kinderen en leerkrachten van het educatief programma Jij en de Gouden Eeuw, een educatief aanbod van het Rijksmuseum. In dit lesvervangende programma krijgen kinderen de Gouden Eeuw op de huid doordat ze gedurende drie weken tijdens de geschiedenislessen in de rol kruipen van een historische figuur waarmee ze één of meer karaktereigenschappen gemeen hebben. Drie klassen en leerkrachten van verschillende basisscholen 42 werden geobserveerd en geïnterviewd. Deze gegevens zijn vergeleken met mijn bevindingen in het literatuuronderzoek. Doel van het onderzoek is een evaluatie van het programma en een advies aan het Rijksmuseum over de vorm waarin het programma gecontinueerd kan worden.

Op korte termijn wil ik samenwerken met musea zodat de kracht van educatief drama en theater ook in musea met een kleine educatieve dienst ingezet kan worden.

Back to list
Share