Gieneke Spoelstra

De master Kunsteducatie heeft mij belangrijke inzichten opgeleverd en instrumenten aangereikt om mijn kunsteducatieve praktijk op een betekenisvollere manier vorm te geven. Zo heb ik me in mijn literatuuronderzoek gebogen over sociologische, psychologische en onderwijskundige bronnen om beter te begrijpen op welke wijze de identiteit van een individu wordt gevormd. Daarnaast heb ik mij verdiept in identiteitsvormende boodschappen uit onze neoliberale meritocratische samenleving.

Ik heb onderzocht hoe de kunsteducatie een betekenisvolle rol kan spelen in de reflectie van de leerling op zichzelf en zijn omgeving.

In de toekomst wil ik blijven zoeken naar mogelijkheden om in mijn docentschap te reflecteren op de samenleving via hedendaagse kunst en educatie. De master Kunsteducatie beschouw ik daarom zeker niet als eindpunt, maar juist als startpunt voor verdere verdieping.

Identiteitsvorming en engagement

In mijn kunsteducatieve project ‘Bonhoeffers buitenatelier’ stond de aansluiting met de hedendaagse artistieke kunstpraktijk centraal. Ik heb geprobeerd de wereld van de creatieve professional te koppelen aan de dagelijkse praktijk in het voortgezet onderwijs. Het ideaal van een ‘Artist in Residence’ in het voortgezet onderwijs - om zo bezieling van het kunstonderwijs teweeg te brengen - is vertaald naar een samenwerking tussen twee ‘social designers’ en kunstdocenten met havo-leerlingen.

Ze werkten samen aan ontwerpvoorstellen en maquettes voor een multifunctioneel en permanent buitenatelier. De vormgevers en docenten moedigden de leerlingen aan om verantwoordelijkheid te nemen voor uiteenlopende aspecten in het project, gerelateerd aan interesses en studie- en werkambities. Ook werd de leeromgeving van de leerling kritisch onder de loep genomen en is er in kaart gebracht wat de behoeftes van leerlingen en docenten zijn om beter te functioneren. Vervolgens hebben leerlingen deze behoeftes in ontwerpvoorstellen voor Bonhoeffers buitenatelier vormgegeven. Een van de ontwerpen zal, wanneer dat financieel mogelijk kan worden gemaakt, in het volgende schooljaar met dezelfde vormgevers en leerlingen
gerealiseerd worden.

Tijdens het tweede studiejaar nam ik deel aan het onderzoekscongres ‘Former West’ in Berlijn. Daar reflecteerden kunstenaars, critici, theoretici en educatoren op veranderingen in de voorheen westers georiënteerde wereld door de politieke, culturele en artistieke gebeurtenissen na 1989. Dit deed me nog meer beseffen dat kunst, maatschappij en educatie niet meer los van elkaar kunnen worden gezien.

Back to list
Share