Kunst- en Cultuuronderwijs als Burgerschapsonderwijs

‘In mijn cultuur, de Surinaamse, waren medicijnmannen van oudsher de belangrijkste persoon van het dorp. Kunstenaars zijn medicijnmannen, artists are healers.’ Met dat statement opent moderator Aminata Cairo op donderdag 27 mei het online symposium ‘Kunst- en Cultuuronderwijs als Burgerschapsonderwijs’. Veel nuttige informatie over een belangrijk thema, aldus de deelnemers. ‘Wanneer komt er een vervolg?’ Door Peter Zunneberg

Het symposium ‘Kunst- en Cultuuronderwijs als Burgerschapsonderwijs’ werd georganiseerd door Lectoraat kunsteducatie AHK, Radboud Universiteit en LKCA in het kader van de UNESCO Week van de Kunsteducatie.

 

Burgerschap is een competentie

Hessel Nieuwelink, lector burgerschapsonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam, trapt af met een plenaire lezing. Hij schetst kort wat burgerschapsonderwijs is en waarom het gegeven wordt. ‘Eigenlijk ben je in het onderwijs al per definitie bezig met burgerschapsonderwijs door het stellen van regels. Je bent altijd vormend bezig.’

Burgerschapsonderwijs heeft ook te maken met democratie. ‘Die democratie bestaat niet vanzelf en die houdt zichzelf ook niet in stand. Leerlingen moeten leren dat democratie in onze samenleving nodig is om vrij en in vrede te kunnen leven.’ Burgerschap bestaat uit een politiek domein, waarin het gaat om regels die we met zijn allen hebben afgesproken, en uit een sociaal-maatschappelijk domein, dat gaat over hoe wij ons als individu tot anderen verhouden.

‘Uiteindelijk is burgerschap een competentie die bestaat uit kennis en vaardigheden, uit waarden en houding. Het gaat altijd over dilemma’s bij maatschappelijke vraagstukken en hoe we daar tegenaan kijken.’

Nieuwe wet: democratisch kader leidend

Sinds 2006 is burgerschapsonderwijs voor po en vo verplicht, met wettelijk vastgelegde kerndoelen. Voor het mbo staan in de wet wel dimensies van burgerschap. ‘Maar die zijn uiterst vaag. Ze gaan over van alles en er is geen afbakening, waardoor scholen niet weten wat ze moeten doen.’

Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe wet, die waarschijnlijk op 8 juni wordt aangenomen in de Eerste Kamer, vertelt Nieuwelink. ‘Daarin is het democratisch kader leidend. Leerlingen moeten kennis hebben van en respect voor de democratie. Of scholen moeten in ieder geval laten zien dat ze dat bij hun leerlingen stimuleren. En dat is nog steeds heel ruim.’

Uitgangspunt bij burgerschapsonderwijs is dat het voor iedereen te volgen moet zijn, maar ook dat alle docenten het moeten kunnen geven, want het is en wordt geen apart vak. Bètavakken lenen zich minder goed om burgerschap in te integreren. In gammavakken als  aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer zal de nadruk wat meer liggen op kennis. En in alfavakken als literatuur of levensbeschouwing, maar ook in het inclusief kunstonderwijs, draait het om verbeelding en hoe je je bijvoorbeeld kunt verplaatsen in anderen.

Rap versus Rijks

In de praktijk ziet Nieuwelink dat burgerschapsonderwijs niet compenserend, maar reproducerend werkt. ‘Ik noem dat voor het gemak even Rap versus Rijks. De beelden die er in de samenleving heersen over mbo- en vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen worden in het onderwijs niet weggenomen, maar blijven bestaan. Havo/vwo-leerlingen zijn actief en creatief en daar wordt naar geluisterd. Daartegenover staat het beeld van mbo- en vmbo-leerlingen, chaotischer, passiever, ongeïnteresseerder.

Dat beeld van “Ik ben maar vmbo’er, ik kan dat niet” heeft volgens mij te maken met de vroege selectie en de doorstroming naar verschillende niveaus na het basisonderwijs, die we in Nederland kennen.’ En dus ziet Nieuwelink dat burgerschapsonderwijs in mbo en vmbo vooral disciplinerend gericht is en op havo en vwo over kritisch denken gaat.

‘Als je kijkt naar excursies, zie je dat havo en vwo naar ProDemos gaan, mbo en vmbo bereiken zij niet of nauwelijks. In de voorexamenklas gaan havo en vwo naar Rome en vmbo voor het gemak naar Roompot.’

Als docenten die kloof weten te overbruggen, dan zetten ze een wezenlijke stap in het burgerschapsonderwijs, stelt Nieuwelink. Voor álle leerlingen is het immers belangrijk dat ze andere perspectieven leren te begrijpen en zich weten te verplaatsen in ‘de ander’, dat ze alternatieve samenlevingsvormen leren te verbeelden en dat ze zo hun wereld kunnen vergroten.

Kunstvakdocenten hebben hier, zo benadrukt Nieuwelink, bij uitstek de instrumenten voor: het kan met toneel en rollenspellen, door naar kunst te kijken en zelf kunst te maken, door te lezen en te schrijven en door naar muziek te luisteren en samen muziek te maken. ‘En elke keer dat daar elementen van burgerschap in zitten, dienen ze expliciet benoemd te worden, zoals er ook telkens een voor- en een nabespreking moet zijn. Leren is tenslotte meer dan alleen maar bezig zijn. Het gaat ook om nadenken over wat je doet, hoe je het doet en waarom je het doet.’    

Reflectie en discussie

Na de plenaire lezing gaan de deelnemers in een van de vier interactieve deelsessies dieper in op de rol van kunst- en cultuureducatie in burgerschapsonderwijs. Daarbij zijn reflectie en discussie een wezenlijk onderdeel.

Kansen in het mbo

Zo presenteren Irene Flapper en Larisa Cichy (Cultuur Oost) en Huub Braam (LKCA) hun onderzoek naar cultuureducatie in het mbo. Waar liggen de beperkingen, wat zijn de kansen? Dat er zeker mogelijkheden zijn laten ze zien met twee inspirerende voorbeelden: Museum Arnhem, dat in co-creatie met ROC Rijn-IJssel een project ontwikkelde voor zorginstellingen, waarbij maatschappelijke thema’s besproken werden aan de hand van kunstwerken, en Theater AanZ, dat interactieve voorstellingen maakt, voor groepen die nooit in het theater komen.

Nadenken over erfgoed

Hester Dibbits (Reinwardt Academie en Erasmus Universiteit Rotterdam) dompelt haar luisteraars onder in het carnaval. Hoe kijk je hier tegenaan, prettig of onprettig, sterk of mild? In een zogeheten emotienetwerk kun je dit zichtbaar maken. Deelnemers maken zo kennis met een bijzondere werkwijze die je bijvoorbeeld kunt inzetten bij het nadenken over erfgoed.

Kritisch leren

Melvin Crone (Breitner Academie Amsterdam) vertelt hoe kunst een middel kan zijn bij transformatief leren. Het draait hierbij om een bewustere en meer kritische manier van leren, waarbij de deelnemers – niet alleen de leerling of de student, maar ook de docent – zich voortdurend de vragen stelt wat, hoe en waarom.

Activisme en kunst

Nathalie Roos (Breitner Academie en AHK) laat zien hoe kunst en activisme hand in hand kunnen gaan. Hoe kun je actuele vraagstukken als klimaatverandering of Black Lives Matter vertalen naar een kunstwerk? En hoe krijg je tijdens dat maakproces te maken met opvattingen die een rol spelen bij burgerschap.

Graag een vervolg!

In de plenaire afsluiting vertellen de deelsessie-moderatoren kort waarover het bij hen is gegaan. Dit wakkert bij de deelnemers de nieuwsgierigheid aan naar wat zij hebben moeten missen. Eensgezind noemen ze het symposium zeer waardevol. ‘Wanneer komt er een vervolg?’ is de gretige vraag.   
 

Delen