Ding dong

Door: Tayfun Balçik
Ding dong. Hoog bezoek aan de deur. Het is niet zomaar iemand die even langskomt, maar the one and only Aminata Cairo! Je weet wel, de psycholoog des vaderlands die filosofeert en onderzoek pleegt naar ‘Holding Space’. En nu gaat ze letterlijk ‘ruimte vorderen’ in mijn eigen woning in Amsterdam Nieuw-West, hallo zeg! Ja, ik vind het wel een beetje spannend. En niet alleen vanwege de werkstress. Ik heb dit altijd als er iemand komt, van wie het helaas historisch en cultureel niet zo vanzelfsprekend is dat diegene aan mijn deur klopt. Met andere woorden: bij Fatih en Ahmet ben ik totaal niet gevoelig over de staat van het huis, loop ik niet te ijsberen. Een handjeklap en dan is het gewoon zelf-service voor iedereen. Maar nu is het dat dus ‘anders’ en voel ik spanning in mijn lichaam. Ik heb geleerd om dat te zeggen in plaats van de ene na de andere flater te slaan. Uit mijn systeem met dat ding, een check-in, zoals dat tegenwoordig heet. Het is geen zwakte om over je fysieke gesteldheid te praten. Hoe het met me gaat? ‘Ja, een beetje angstig, vanwege drukte en duizeligheid’, zeg ik nog in verkapte termen en refererend naar mijn belabberde evenwichtsorgaan, waarvan ze afweet. ‘Oh’, zegt Cairo en loopt door naar de woonkamer.
Precies vijf jaar geleden maakte ik haar voor het eerst mee. En hoe! Ze sprak witte Nederlanders meedogenloos toe als panelist in een Q&A over de documentaire Wit is ook een kleur van Sunny Bergman. ‘Its not gonna be gezellig’, zei ze met veel autoriteit en vatte met die ene zin het hele debat over diversiteit in Nederland samen. Cairo lacht veel, maar racisme is geen grapje. Haar speech bij het Nelson Mandelpark tijdens de Black Lives Matter protesten kwam precies op de juiste plek aan. Laten we terugkeren naar die wijze woorden van toen: ‘Dus als we het hebben over politiegeweld, over racisme en wat dit doet met mensen, is het niets nieuws. Ik ben blij dat mensen over de hele wereld in verzet komen, dat nieuwe mensen zich aansluiten. Voor sommigen is dit wel nieuw. Het maakt me niet uit of je vorige week bent gaan meedoen, of vijf uur geleden, of vijf minuten. Ik ben blij dat je er bent, want het is tijd.’ Het is nog steeds tijd. En daarom is ze in Nieuw-West. We gaan het over een andere boeg gooien en praten over vaderschap en veilige mannenruimtes. En toen we net op gang kwamen, ging de deurbel weer. Ah, mijn moeder. Om mijn schone huis nog schoner te maken! Natuurlijk is ze al Nederlands genoeg, om daar een steeds dikkere vrijwilligersvergoeding voor te vragen. Support for the community! Hoewel ze ons met rust laat en ons onze ruimte gunt, kan haar input niet ontbreken in dit gesprek. Aminata Cairo en mijn moeder in gesprek met elkaar. I love it, I enjoy it. En ik vertaal het gesprek. Ik denk dat ze het allebei een beetje ongemakkelijk vonden, maar het loopt al snel los. Meerdere perspectieven om onze vragen over vaderschap, vrouwen en mannen scherper te stellen. ‘Ok, mag ik nu opstaan’, vraagt ze daarna. We laten mijn moeder los en we lopen nog een rondje door de buurt. Cairo kent Geuzenveld niet echt. Dat is niet zo vreemd. Alleen mensen uit Geuzenveld kennen Geuzenveld. Zelfs als Nieuw-Westerling deed ik er vroeger lacherig over. We praten natuurlijk ook over de Bijlmer en over de cultuurschok, toen ik voor het eerst in Kraaiennest was. Dat was voor mij het moment dat ik realiseerde dat Nieuw-West dat effect op buitenstaanders kan hebben.
Toen moest Cairo weer weg. Dat deed ze op de fiets, helemaal naar Duivendrecht! Pff, wat een diehard. Een paar dagen later, realiseer ik me pas dat ze dezelfde naam draagt van een andere Surinamer die een verpletterende indruk op me heeft gemaakt. De poëet Edgar Cairo! Ik ga gelijk op YouTube en begin als een bezetene te kijken. Een docu uit 1980 in Amsterdam. Shiit, die man was goed! De volgende ochtend zet ik het filmpje weer op. Nu voor mijn moeder. Ik vertaal weer. ‘Het is jammer, dat ze die zweep niet hebben gevoeld. Want dan ga je schreeuwen’, zegt hij dubbelzinnig in een theaterstuk. Weet je ‘die Surinaamse vrouw van vorige keer’, vertel ik aan mijn moeder en vervolg, ‘Zij heet ook Cairo. Zal ik haar vragen of ze gerelateerd zijn? Of is dat net zo dom een Turk met de naam Yilmaz vragen of ie familie is met de miljoenen andere Yilmazzen in Turkije?’ Ik heb mijn moeder weer laten lachen.