Heb je gehoord van het Concertgebouw?
Van exclusief naar inclusief
Diversiteit en inclusie werk is niet altijd gemakkelijk. Het is “niet gezellig” zegt Aminata Cairo, de nieuwe lector van Sociale Rechtvaardigheid en Diversiteit bij de AHK.
Dat was onlangs ook het geval bij een symposium over diversiteit bij het Concertgebouw in Amsterdam. Op 17 november 2022 vond het symposium ‘Van exclusief naar inclusief; diversiteit en inclusiviteit in de klassieke muziek’ plaats bij Het Concertgebouw in Amsterdam. Volgens Het Concertgebouw de eerste keer dat de klassieke muzieksector een symposium met dit onderwerp organiseert.
Op de website wordt het symposium op de volgende manier ingeleid:
Hoe kan de wereld van de klassieke muziek inclusiever worden? Die vraag is in deze tijd misschien wel prangender dan ooit. Want de klassieke muzieksector wil er graag voor iedereen zijn. Maar nog niet iedereen voelt zich welkom. Dat is een ongemakkelijke waarheid. Wat kunnen we doen om deze zo noodzakelijke verandering te realiseren?
Alleen al de inleiding op de website roept al duizend vragen op: waarom is het nu misschien wel prangender dan ooit? Waarom misschien? En waarom is het nu (pas) prangend en noodzakelijk? Is dit een vraag vanuit een inhoudelijke en intrinsieke motivatie om de sector te veranderen? Of is het prangend en noodzakelijk om het feit dat anders de geldkraan dichtgedraaid gaat worden, gezien er tegenwoordig door de Code Diversiteit en Inclusie in cultureel-subsidieland afgedwongen wordt dat instellingen zich verhouden tot de huidige maatschappij? En op welke manier wil de klassieke muzieksector er dan voor iedereen zijn? Wat betekent dit? Dat iedereen op het feestje mag komen, maar zich wel aan de dresscode moet houden? Want wie voelt zich niet welkom? Of als we de vraag omdraaien: wie voelt zich wel welkom? (Jonge klimaatactivisten?)
Dit symposium was klaarblijkelijk bedoeld voor mensen uit De Klassieke Muzieksector maar het blijft een beetje vaag wie dat dan precies zijn. Wie worden er nou aangesproken? De groep mensen die de dominante norm in de klassieke muzieksector in stand houden?
Worstelend met al deze vragen, maar tegelijkertijd ook open voor de nieuwe ervaring nam ik plaats in het publiek voor het eerste symposium over diversiteit en inclusie in de klassieke muzieksector. Er was een behoorlijke line up opgesteld met sprekers en panels en twee gespreksleiders. Sommige gesprekken en bijdragen waren scherper dan anderen. Tot een echte diepe laag kwam het echter helaas niet - er waren zeker wel ingangen voor - maar het ongemak was dan misschien toch een te groot obstakel. Dus het publiek zat, luisterde en er werden op ingebouwde momenten vragen gesteld vanuit het publiek, maar deze moesten er wel echt uitgetrokken worden. … Ondanks de pogingen van de gespreksleiders om te prikken en door te vragen, met soms een open en eerlijke bijdrage van de panelleden (zoals Djuwa Mroivili deed), sukkelde de middag een beetje door.
Erg spannend werd het niet - en lukte het toch net niet om tot de kernvraag te komen: “Wat kunnen we doen om deze zo noodzakelijke verandering te realiseren?”
Maar er was nog een laatste gedeelte over. Van tevoren was aangekondigd dat alle aanwezigen nog iets zouden gaan ‘doen’. Ik had mijzelf al verheugd op het maken van muziek met het Amsterdams Andalusisch Orkest - maar zij kwamen alleen op om heel even te spelen en daarna weer te verdwijnen. Nee, voor ons was er iets anders bedacht, namelijk een soort versnelde spoedcursus ‘diversiteit en inclusie’ met een ‘storytelling’ achtige inleiding en een PowerPoint met begrippen als assimilatie.Dit is waar het goedmis begon te gaan.
Het ‘doe gedeelte’ bestond uit een opdracht om met degene naast je in de zaal te delen wanneer je voor het laatst een gevoel van uitsluiting had ervaren. Je had hier best veel tijd voor. Op een gegeven moment kregen we nog drie minuten. Daarna werd de vraag gesteld: Wie wilt er iets delen?
Stilte.
Een bruine hand.
‘… Kunnen we de vraag niet beter omdraaien - gezien uitsluiting voor mij de dagelijkse realiteit is - dus: wanneer heb jij voor het laatst iemand uitgesloten?’.
We zouden daar nog komen, was de reactie van de witte spreekster - en ze ging door met haar Powerpoint.
Het werd erg ongemakkelijk. Pijnlijk. Niet gezellig. Mensen wilden het gesprek aangaan, maar het ging niet. Kreten als ‘ik zie dit als een leermoment’ en ‘zwarte pijn’ werden geroepen door witte mensen in de zaal. Het leidde tot nog meer verontwaardiging en afstand tussen de aanwezigen. Toen de spreekster uitlegde dat ze zelf wist wat uitsluiting was omdat ze in Azië had gewoond was het hek van de dam. De mensen van kleur stonden op, liepen weg. De ‘workshopleider’ op het podium liep vast, kwam niet verder dan de PowerPoint tekst, en de organisatie van het symposium zat keurig netjes op een rij aan de zijkant te zitten. Ze sprongen niet in.Als één van de gespreksleiders geen koerswijziging geïnitieerd had, hadden we daar misschien nog wel gezeten.
Antwoorden op de vraag van de middag ‘Wat kunnen we doen om deze zo noodzakelijke verandering te realiseren?’ zijn er helaas nooit gekomen.
Ik verwonderde me hoe er direct daarna mee werd omgegaan tijdens de borrel, van diep geraakt tot netwerken of de oprechte en niet zo oprechte berichten naderhand op LinkedIn. Het passeerde allemaal de revue. Teruggekomen bij het lectoraat waren de berichten van “heb je gehoord van Het Concertgebouw” al binnengekomen. Gesprekken binnen het lectoraat hielpen om het allemaal een plek te geven en om de situatie niet te zien als ‘weer iets dat fout was gegaan’ of een indicatie van hoe slecht de cultuursector erin zit. “Dit is het werk en soms is het niet gezellig.”, leidt Dr. Cairo in. We bespreken hoe verandering het losgooien van patronen vergt en dat dat met pijn en ongemak gepaard kan gaan. De uitdaging is om die opening te gebruiken voor verandering.
Dat was hier misschien dan niet gebeurd, maar dat is de taak van dit lectoraat, om mensen in de cultuur en kunstsector die handvatten te geven. Het ongemak is niet eens het grootste obstakel wordt er uitgelegd, hoe doen we het zonder anderen te veroordelen en weg te zetten voor hun fouten? Hoe blijven we sensitief en toch verbonden ondanks de stommiteiten die we langs zien komen? Misschien is dat wel de eerste vraag die we zouden moeten beantwoorden.
Gabriela Acosta Camacho is onderdeel van het onderzoeksteam van het lectoraat Sociale Rechtvaardigheid en Diversiteit in de Kunst.