Over Deborah Hay
Deborah Hay werd in 1941 geboren in Brooklyn. Haar moeder was haar eerste dansleraar en verantwoordelijk voor haar training totdat Deborah als negentienjarige naar Manhattan verhuisde. Daar zette ze haar danstraining voort bij Merce Cunningham en Mia Slavenska. In 1964 werd Hay danser in de Cunningham Dance Company en ging met het gezelschap op een uitgebreide tour door Europa en Azië.
Deborah Hay behoorde in die tijd ook tot een groep van experimentele kunstenaars die sterk geinspireerd was door het werk van Merce Cunningham and John Cage. Deze groep, die later bekend is geworden onder de naam the Judson Dance Theater, ontwikkelde zich tot een van de meest radicale en explosieve kunststromingen van de 20ste eeuw.In 1967 had Hay de reputatie verworven van ‘veelbelovend choreograaf’ en met haar zeer persoonlijke stijl verwierf ze een eigen plek binnen de Judson groep. Dat dans zich ook met andere kunstvormen moest verbinden en dat het kunstmatig onderscheid tussen getrainde en ongetrainde dansers moest worden opgeheven waren Hay en haar Judson collega’s het over eens. Hay gaf vorm aan deze zienswijze in haar grootschalige projecten met ongetrainde dansers, gefragmenteerde muziek en met het werken aan alledaagse bewegingspatronen onder ongewone, meestal zeer stressvolle, omstandigheden. In 1970 vertrok Hay uit New York om deel uit te gaan maken van een leefgemeenschap in Vermont in het noorden van Amerika. Het was een zelfverkozen afzondering, ver weg van theaters, voorstellingen en optredens. Het was het begin van een lange periode van reflectie over hoe dans wordt overgedragen en hoe dans wordt gepresenteerd. Ze creëerde tien Circle Dances, uitgevoerd tijdens tien opeenvolgende nachten door een kleine groep dansers, zonder publiek. Haar eerste boek, Moving Through the Universe in Bare Feet (Swallow Press, 1975), geeft inzicht in haar methode waarin herinnering functioneert als een concept bij het maken van een choreografie. Het boek gaat over de rol die het het verhalende (de narratio) als onderstroom of blauwdruk in het choreografisch proces kan innemen in plaats van de conventionele manier waarbij het vooral gaat over de technische specificaties van vorm.In 1976 verhuisde Hay naar Austin, Texas en richtte haar aandacht vooral op wat ze noemt playing awake, een serie oefeningen voor een danser/choreograaf. Deze methode traint de danser in het kunnen werken op verschillende bewustzijnsniveau’s tegelijkertijd. Hay ontwikkelde haar concepten al dansend en choreograferend gedurende vijftien jaar en een belangrijk onderdeel in al die jaren vormde de jaarlijks terugkerende vier maanden durende workshop voor een grote groep mensen. Uit deze workshop destilleerde Hay haar solo dansen. Haar tweede boek, Lamb at the Altar: The Story of a Dance (Duke University Press, 1994), documenteert het maakproces van deze groeps- en solo dansen. Aan het eind van de jaren negentig was Hay vooral geinteresseerd in de bizarre en raadselachtige solo’s die voortkwamen uit haar nieuwe experimentele choreografische methode. Voorbeelden daarvan zijn The Man Who Grew Common in Wisdom, Voilà, The Other Side of O, Fire, Boom Boom Boom, Music, Beauty, The North Door, The Ridge en Room. Hay danst deze solo’s over de hele wereld en studeerde hen in met gerenommerde dansers in de Verenigde Staten, Europa en Australië. Ook choreografeert ze een duet voor Mikhail Baryshnikov en haarzelf getiteld Single Duet waarmee ze tourden in het Past/Forward project in 2000. Deborah’s derde boek My Body, The Buddhist (Wesleyan University Press, 2000) is een serie van introspectieve overdenkingen van levenslessen die Hay als danser leerde door haar lichaam. Hay’s werk heeft nu een stadium bereikt waarin zij de onnavolgbare choreografische methode die ze gebruikte bij het maken van haar solostukken, herdefinieert in samenwerking met hoogopgeleide dansers. In 2004 ontving Deborah Hay de NYC Bessie award voor haar choreografie van het kwartet The Match. In 2006 maakte zij O, O voor vijf New York City choreografen/dansers en daarna voor zeven Franse dansers. Het Festival d’Automne in Paris presenteerde The Match in 2005 and O, O in 2006. Zij presenteerden ook Hay’s nieuwe voorstelling If I Sing To You in 2008. Dit werk was een commissie van The Forsythe Company en ging in premiere in Dresden op 3 April 2008. The Toronto Dance Theatre presenteerde haar laatste werk Up Until Now op 29 januari 2009.Deborah Hay heeft samengewerkt met veel verschillende kunstenaars zoals de componisten Pauline Oliveros, Alvin Lucier, Richard Landry, Terry Riley, Ellen Fullman; met beeldend kunstenaar Tina Girouard, en met de Australische actrice, regisseuse en toneelschrijfster Margaret Cameron. Ze is gelauwerd met prijzen, beurzen en fellowships, bijvoorbeeld in 1983 met de Guggenheim Fellowship in choreography, een aantal fellowships van de National Endowment for the Arts Choreography, en de Rockefeller Foundation Bellagio Fellowship in 1996. In oktober 2009 ontving Hay van de Theatre Academy in Helsinki, Finland, een Honorary Degree of Doctor of Dance tijdens de Doctoral Degrees Graduation Ceremony.