'Productieleider is eigenlijk het gekste beroep dat er is'

‘Het is een bizar half jaar geweest’, verklaart Job Rietvelt, student Productie podiumkunsten. ‘Er is zoveel op zijn kop gezet dat ik nog steeds bezig ben de stukken bij elkaar te rapen. Onder leiding van Artist in Residence Ugo Dehaes werkte Job en zijn klasgenoten samen met de studenten Moderne theaterdans aan de voorstelling Protest. Door ‘het produceren’ los te laten en in de rol van kostuum- en decorontwerper te duiken ervoer ik aan den lijve wat voor een proces een maker doormaakt. Door afstand te nemen zag ik pas goed wat de productieleider te doen staat.’

Terwijl de studenten van de MTD zich met Ugo Dehaes dansend op het thema Protest stortten, werkten de OPP-ers aan kostuums, decor, video en geluid. Het ging daarbij niet alleen om een het eindproduct, maar met name om de kwaliteit van het proces. Kwam iemand met een goed idee dat hij meteen wilde uitvoeren, dan begon de docent er aan te trekken. De nadruk lag op conceptverandering, verbetering en verdieping. Verder dan je eigen grenzen. ‘Telkens als een van ons een gesprek met Ugo of de workshopleider had gehad was die een dag lang van slag’, aldus Job.

Dé valkuil van het theater

‘Ik realiseer me nu hoe delicaat, hoe kwetsbaar het maakproces van een ontwerper is. Of het nu om een regisseur, een acteur of een lichtontwerper gaat, iedereen in de productie maakt zijn eigen proces door. En dat proces is enorm persoonlijk en zo kwetsbaar, iedereen streeft naar het beste. Dat is fantastisch om te zien en toont meteen ook dé valkuil van het theater: omdat iedereen er zo hard voor gaat is de communicatie in de samenwerking enorm complex.’ Job merkte zelf hoe lastig hij het vond om zijn video en kostuum uit handen te geven op het moment dat alle individuele creaties werden samenvoegen. ‘Plotseling had ik niet meer het laatste woord over hoe het werd getoond en gecombineerd met de choreografie. Dat stak.’
 
‘Productieleider is eigenlijk het gekste beroep wat er is. Je hebt met al die verschillende mensen en verschillende disciplines te maken, je moet overal wat van afweten. Ieder van ons verzuchtte wel een keer: was ik maar ontwerper, dan kon ik lekker in één ding uitblinken en liet ik de rotzooi door een ander oplossen’ vertelt Job.
Door de rollen om te draaien merkten de studenten hoe veeleisend ze waren naar degene die het project produceerde. Dat ging van: ‘Eten we weer hetzelfde vandaag?’ tot: ‘Waarom is er geen geld voor dit aspect?’ Ze ontdekten wat ze, als maker, nodig hadden, maar ook wat de productieleider nodig had: een loeisterk idee, meegenomen worden in iemands gedachten. In gesprek met haar kregen de plannen concreet vorm.

stevig in de wereld staan

Nu ga ik veel organiseren en regelen, dacht Job toen hij aan de opleiding begon. Bij theatervoorstellingen op de middelbare school deed hij de nodige ervaring op. Sinds het AIR project met Ugo Dehaes beseft hij dat 80 % van het werk uit communicatie bestaat: ‘Je moet allerlei moeilijke processen oplossen en de kwaliteit uit mensen halen. Je bent niet enkel dienend bezig, maar moet ook zelf heel stevig in de wereld staan. De visie van de productieleider dringt door tot in de wortels van de voorstelling. Jouw invloed begint al bij de eerste gesprekken met de maker. Het is een wederzijds proces. Jij bent degene die in aan moet geven wat wel te realiseren valt. Goed ‘nee’ zeggen, alternatieven bieden, stimuleren, daar heb je mensenkennis en zelfbewustzijn voor nodig.’

Wat doe ik hier eigenlijk?’ is een vraag we allemaal tijdens het project wel een keer hebben gesteld en die we onszelf nog steeds stellen, zegt Job . ‘Ik organiseer het’ doet af aan wat het vak werkelijk behelst.’

door Hester van Hasselt

Delen