Belichaamd leren en doceren in kunsteducatie
De laatste jaren komen er steeds meer onderzoeken binnen en buiten de kunsten die het belang van het lichaam bij het denken en leren bevestigen. Ze zijn vaak gebaseerd op de theorie van belichaamde cognitie. Deze theorie is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw binnen cognitiewetenschappen in opkomst en is geworteld in het werk vanilosofen als Husserl en Merleau-Ponty, psychologen als Gibson en Thelen, pedagogen als Dewey en Vygotsky, muziekwetenschappers als Leman en danswetenschappers als Sheets-Johnstone. Volgens de theorie van belichaamde cognitie is kennisverwerving een dynamisch en complex samenspel tussen lichaam, geest en de sociaalculturele en fysieke omgeving (Gallagher, 2005). Hoewel er verschillende stromingen bestaan binnen belichaamde cognitie, delen ze een aantal gemeenschappelijke basisideeën.
Bremmer, M. & Nijs, L. (2024). Belichaamd leren en doceren in kunsteducatie. Cultuur + Educatie 68(23), 6-23.
