Jeanne van Heeswijk

A stroll in the air: Deltapoort op de fiets

Luchtfietsen: dat is de titel die Jeanne van Heeswijk heeft meegegeven aan haar Artist in Residence-project bij de Academie van Bouwkunst. Samen met een groep internationale studenten zal zij tijdens een winterworkshop onderzoek doen naar de mogelijkheden en onmogelijkheden voor ontsluiting van het gebied Deltapoort door nieuwe fietsroutes en fietsverbindingen met als doel de belevingskwaliteit te verhogen.

Ze illustreert haar ‘performatief onderzoek’ met een foto van een fietsduiker of onderwaterfietser. ‘Titel en illustratie verbeelden voor mij perfect de verschillende kanten van mijn project,’ vertelt Van Heeswijk. ‘Het onderzoek gaat over de Deltapoort, een buitengebied dat is ingeklemd door de haven, snelwegen en industrieterreinen en daardoor als het ware geen verbinding meer heeft met het omringende land. Daarnaast zegt dit ook iets over het onderzoek dat ik nastreef: vrij van de zwaartekracht nadenken, helemaal onderduiken in de omgeving om tot totaal nieuwe gedachten te komen.’

Onderdompelen in het onderzoek

Van Heeswijk kreeg in het najaar van 2010 van de provincie Zuid-Holland opdracht om een studie te doen naar fietsroutes en fietsbewegingen, gericht op milieu, gezondheid en duurzaamheid. Het Rijk heeft Deltapoort, het achterland van de Rotterdamse haven,  als een van de elf rijksbufferzones aangewezen waar landbouw en groene recreatie tussen de steden gestimuleerd moeten worden. Midden in het gebied krijgt Van Heeswijk de beschikking over een gebouw waar ze ten behoeve van het onderzoek een werkatelier of testlab, zoals zij het noemt, gaat inrichten: ‘Het is enorm belangrijk om zo veel mogelijk mensen te spreken die bij het gebied betrokken zijn: bewoners, beleidsambtenaren, milieudeskundigen, landschapsarchitecten, belangenbehartigers, medewerkers van de VVV, recreanten, noem maar op. Ik begeef me op locatie om te interveniëren en bevindingen al onderzoekend te testen.’

Samen met de studenten zal Van Heeswijk onderzoeksvragen formuleren en met de diverse experts spreken. ‘Precisie is zoals in elk onderzoek cruciaal. Aan het begin staat een nauwgezette, diepgravende vraagstelling. We moeten alles om ons heen opzuigen, kleine frustraties, bevindingen en maatschappelijke discussie registreren: dat vormt de basis voor verdere discussie. Het resultaat van het onderzoek kan bijvoorbeeld een tentoonstelling of publieke presentatie zijn, een platform waar nieuwe vragen gegenereerd worden of onderzoeksvragen getest, een beleidsplan, nieuwe regelgeving of een specifieke werkopgave, een kunstwerk, een boek of gewoon een nieuwe fietsroute.’

Kunstenaar in het publiek domein

Als kunstenaar staat Van Heeswijk midden in het publieke domein, met al zijn politieke, sociale, economische en culturele aspecten - waarbij de culturele dimensie volgens haar van minstens even groot belang is als de andere drie. ‘Het zijn de pijlers van onze samenleving en je kunt niet zomaar een van de elementen elimineren. Je ziet dat we steeds verder van het publieke domein af komen te staan. Deze afstandelijkheid ten opzichte van het publieke leidt tot gesegregeerde zones en tot afstandelijkheid; angst en veiligheid worden tot centrale gedachte. Als kunstenaar kan ik mensen zelf laten verbeelden wat ze voelen, ze overhalen om actief mee te werken aan een publieke ruimte die ook van hen is: beeldbepalend, beeldgevend en betrokken. Dat zijn voor mij de trefwoorden van mijn kunstenaarschap.’

Afrikaanderplein Rotterdam

‘Het Freehouse-project op het Afrikaanderplein in Rotterdam is een goed voorbeeld van wat je als kunstenaar met culturele productie kunt bewerkstelligen. We wilden een levendige openbare ruimte creëren, vastgeroeste structuren in beweging brengen en actief burgerschap tot leven wekken. Samen met de experts op locatie en collega-kunstenaars, ontwerpers en vormgevers heb ik een jaar lang in totaal driehonderd eendagsinterventies vormgegeven, zoals optredens, voordrachten, performances, troon(v)redes van scholieren, kookdemonstraties, mobiele tuinen, theatrale marktkramen. Er zijn ontwerpen voor de marktkraam van morgen gemaakt, er is een wijkkeuken en wijkatelier.

Aan het begin van dit kunstwerk stond een wijziging van de regelgeving: we krijgen van de gemeente binnenkort de experimentstatus voor de markt. Je ziet dan dat voor zo’n deel van de stad waar overregulering wordt opengebroken zich nieuwe mogelijkheden voordoen. Er ontstaat wrijving en confrontatie en uiteindelijk verbondenheid met de openbare ruimte.

Als kunstenaar ben ik leidend binnen een project. Vaak zie je bij een project dat helemaal vastgelopen is dat er behoefte is aan een andere mening, aan commentaar uit onverwachte hoek zodat een breuk teweeg gebracht wordt. Ik laat iets nieuws zien, vaak niet als eerste maar wel als een frisse speler, en dan kun je nieuwe, onverwachte dingen entameren. Ik ben autonoom: ik breek als een olifant in de porseleinkast de vastgeroeste structuren open door de culturele productie aan te jagen.’

Migratie in Shanghai

‘Ik was uitgenodigd voor de Shanghai Biënnale, met als thema ‘migratie’. Het ging over de miljoenen mensen die van het platteland naar Shanghai trekken om een nieuw bestaan op te bouwen. De hele economische groei van Shanghai is van deze mensen afhankelijk. Ik vroeg me af wat het voor een mens betekent om de olie van de vooruitgangsmotor te zijn en waar je denkt over vijf jaar te staan. Ik heb 25 willekeurige protagonisten gekozen en hun verhaal over de tegenstelling tussen stad en land, de vooruitgang en de dromen opgetekend in een hernieuwde stadsplattegrond. En ik heb T-shirts laten maken met citaten uit hun verhaal: 2500 rode shirts die we lieten verdelen door marketingmensen, die het gewend zijn om freebie-acties te doen en niet bang zijn voor de overheid. Binnen een uur kleurde Peoples Square rood met verwachtingen voor de toekomst. Na afloop hebben we de protagonisten weer opgezocht en hun eigen shirt gebracht. Een van hen, een sleutelmaker, was verbaasd ons nog een keer terug te zien. Zijn gezicht lichtte op toen we hem het T-shirt en foto’s van onze actie lieten zien. “Dit gaat over mij, dit ben ik!” zag je hem denken. Het was voor het eerst in zijn leven dat hij niet anoniem was, vertelde hij, voor het eerst dat hij deel uit maakte van de plek die hij had gekozen als zijn nieuwe thuis. Hij was ineens beeldbepalend.’

Artist in Residence

‘Ik heb nog geen idee wat we precies gaan doen.’ Volgens Van Heeswijk is beginnen met nadenken al een ingreep en het begin van een kunstwerk. ‘Misschien gaan we wel als aftrap op dag 1 van de winterworkshop met de hele groep, 125 man, in 25 rijen van 5 als één lint over de bestaande fietswegen door het landschap. Een grande marche door de bufferzone. Ook een idee voor een nieuwe Olympische discipline: synchroonfietsen.

Of we gaan manieren bedenken om slootje te springen met de fiets om zo nieuwe wegen te openen zonder de infrastructuur ingrijpend te veranderen. Als je namelijk aan dit soort diepgaande ingrepen begint wordt het vaak moeilijk; dit soort plannen sneuvelen snel. Wij zullen naar lichtere oplossingen zoeken. We gaan op onderzoek uit en leggen alles vast op foto en film of in een tekening. Misschien maken we wel een heel bijzondere bewegwijzering voor fietsers. Alles is nog open en hangt af van het onderzoek.

‘In februari en maart ga ik voor de Academie van Bouwkunst een lezingenreeks organiseren. Daar zal ik samen met filosofen, politicologen en kunstenaars ingaan op de thema’s die mij als kunstenaar bezighouden zoals het radicaliseren van lokale economieën en migratie.

In de zomer ga ik dan met een kleine groep studenten van de Academie naar Anfield in Liverpool om verder te werken aan een van mijn projecten. Het speelt in een buurt met two-up two-down huizen, kleine arbeiderswoningen. Eigenlijk zou alles gesloopt worden, maar daar is nu geen geld meer voor. Hele straten zijn er dichtgetimmerd. We gaan kijken in hoeverre we dat wat er nog staat kwalitatief kunnen verbeteren en deze desolate buurt weer leefbaar kunnen maken. Ik ben al intensief met onderzoek bezig geweest op uitnodiging van de stad. In eerste instantie ga ik een blok van zes tot acht huizen aanpakken.

In ieder geval komt er een royalere footprint voor de buurt. We gaan materiaal recyclen, hergebruiken wat er nog te redden is maar dan op grotere kavels met minder huizen, met meer gemeenschappelijk groen zoals productietuinen (tuinen die voedsel produceren) en ruimte om te spelen. We werken samen met jongeren uit de buurt voor wie het een deel van hun vakopleiding wordt. En de experts uit de buurt waren en zijn uiteraard van meet af aan betrokken.’

Nieuwe verbeelding van de werkelijkheid

In mijn kunstprojecten gaat het er niet om dat iedereen tevreden is, confrontatie is een belangrijk gereedschap binnen mijn projecten. Ik geloof bijvoorbeeld niet in de klassieke vergaande buurtinspraak maar in het werkelijk samen maken van een ontwerp tot en met de uitvoering toe, zodat het een gemeenschappelijk product wordt. Ook niet in het opvoedende karakter van community art. Ik ben als kunstenaar betrokken en de projecten maken deel uit van mijn werk. Het gaat mij om disciplineoverschrijdend onderzoek en expertiseuitwisseling. De kunstenaar kan zorgen voor een nieuwe verbeelding van de werkelijkheid door letterlijk beeld te geven. Ik lever als kunstenaar een broodnodige bijdrage aan de ontwikkeling van de openbare ruimte, een meer inclusief verbeeldingsproces van de ruimte vormt de ruggengraat van een buurt.

Delen