Repetities Dansers van Morgen in volle gang

foto: Antoinette Mooy

Gepubliceerd op

In de studio’s van de Nationale Balletacademie ligt de focus momenteel volledig op de repetities voor de eindvoorstellingen die de academie op 9 en 10 juli presenteert in Nationale Opera & Ballet, onder de titel Dansers van Morgen. Diversiteit is daarbij het sleutelwoord: naast het klassieke paradepaardje Paquita en de spectaculaire Bolero van Gregor Seyffert en Larisa Dobrozhan dansen de studenten Wayne McGregors meesterwerk Atomos en diverse nieuwe, speciaal voor de studenten gecreëerde choreografieën.
Wij namen een kijkje bij de repetities van Wubkje Kuindersma, die een nieuwe creatie voor de jongste leerlingen maakt.

“Voel de liefde voor de dans in je hart. Want dat is de reden waarom we dit doen, dat is de reden dat jíj hier staat.” In studio 204 van de Academie voor Theater en Dans steekt choreografe Wubkje Kuindersma haar pupillen een liefdevol hart onder de riem, net voor een doorloop van haar nieuwe choreografie Together(e). Het is zaterdagochtend en voor het eerst heeft ze alle 55 kinderen, afkomstig uit NBA 1, 2 en 3, bij elkaar. Bovendien is het de eerste keer dat ze een creatie voor zulke jonge dansers maakt. “Ik merk dat ik heel blij word van zo’n studio vol kinderen. Hoe jong ze ook zijn, je vóélt echt al hun passie”, zegt Wubkje, die onlangs in het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift Dance Magazine werd bestempeld als een van de interessantste nieuwkomers aan het choreografische firmament. “Ik realiseer me misschien nu pas ten volle dat leeftijd of niveau in feite heel relatief zijn”, zegt ze met nog een laatste restje verbazing. “We delen een en dezelfde passie en daardoor voel ik mij heel erg met de kinderen verbonden. Ik vind het geweldig om al dat potentieel te zien, om hen dingen te zien ontdekken. Je wordt daar als vanzelf in meegezogen. Dat is echt zó’n vreugde om mee te maken.”

Prille liefde
Toen Ernst Meisner haar vroeg om een choreografie voor Dansers en Morgen 2019 te maken, wist Wubkje eigenlijk onmiddellijk welke muziek ze wilde gebruiken: het tweede deel uit Aerial van de Nederlandse componist Anthony Fiumara, met wie ze eerder samenwerkte. “Het is een muziekstuk waaruit een enorme hoop en passie spreekt, heel goed passend bij de droom van deze jonge dansers die al zo vroeg in hun leven aan zo’n grote reis beginnen.”
Die reis herinnert ze zich, terugdenkend aan de tijd dat ze zelf aan haar dansopleiding begon, nog goed. “Vanaf het prilste begin was dat gevoel van liefde voor de muziek en de dans er. Die liefde was zó vanzelfsprekend, op de een of andere manier wist je ook dat die liefde altijd zou blijven. Dat zie ik nu ook al bij de meeste van deze kinderen. Je ziet dat ze dat speciale gevoel te pakken hebben. Dat heeft niets met leeftijd of achtergrond te maken, dat ís er gewoon. Ze zijn op een reis en tijdens die reis kunnen ze transformeren, kunnen ze kwaliteiten en talenten in zichzelf ontdekken waar ze waarschijnlijk nu nog geen weet van hebben.”

Less is more
Die liefde voor de dans, die niet te stuiten passie, is dan ook het uitgangspunt van haar choreografie. “Als die liefde zo sterk is, wil je die ook delen en dat wil ik met Together(e) dan ook stimuleren: dat ze die liefde voelen, mógen voelen, en dat ze die liefde dus ook gebruiken in hun dans.”
Hoewel Wubkje oorspronkelijk vooral binnen de moderne-dansscène naam maakte, is ze in Together(e) grotendeels trouw gebleven aan het klassieke vocabulaire. “Ik voeg wel moderne bewegingen toe, maar de basis is klassiek en ik heb daarbij gekozen voor eenvoud: in de lijnen, het lopen, de armbewegingen – less is more. Maar vergis je niet: het is voor de kinderen allesbehalve simpel, want elk detail, hoe klein ook, telt. De kracht van het ‘samendoen’ is daarbij heel belangrijk, want als er één kind qua concentratie even een beetje inzakt, zie je dat meteen.”
De titel Together(e) is een van woordgrapjes waar Wubkje erg van houdt. “Je kunt er ‘to get here’ in lezen, doelend op het feit dat de kinderen al zover zijn gekomen dat ze op de Nationale Balletacademie zitten. Je kunt er ‘to get there’ in lezen, de reis die ze afleggen om professioneel danser te worden is immers nog lang, en je kunt er ‘together’ in lezen, want je doet het samen. Het is weliswaar een individuele reis die elk kind aflegt, maar wel een reis die je samen aflegt en met elkaar deelt.”

Eerlijk en puur
Wubkje heeft de choreografie, zegt ze, ‘naar de muziek toe gemaakt’. “En naar het niveau van de kinderen toe. Dat is voor elk van de drie jaargangen anders en dat is dus ook een reis die je, kijkend naar mijn choreografie, kunt zien. En echt, ik sta ervan te kijken hoe snel die ontwikkeling gaat. Zelfs in de paar weken dat ik hier ben. Je ziet sommige kinderen werkelijk met sprongen vooruitgaan. Ik vind het ook verbluffend om te zien hoe klaar ze al zijn om hard te werken, om ervoor te gaan. Ze zijn snel, creatief, muzikaal, voor hun leeftijd hebben ze eigenlijk al een heel professionele werkhouding. En verder geniet ik – behalve van al dat talent, al die gedrevenheid en passie – natuurlijk ook heel erg van het feit dat ze nog zo eerlijk en puur zijn. Dat maakt het werkproces heel fijn en oprecht.”
Het einde van de repetitie nadert. Nadat repetitor Fred Berlips de kinderen nog wat op- en aanmerkingen heeft gegeven – “Cyan, waar is je hoofd?”, “Owen, wat sta je daar allemaal te doen jongen?”, “Kinderen, allemaal, werk met énergie!” – danst Wubkje het slotdeel met de kinderen mee. Met haar frêle lijf, zwarte, strakke kleding en het haar strak achterover lijkt ze, ondanks het leeftijdsverschil, bijna één van hen. Als de laatste noten van Fiumara’s Aerial geklonken hebben, storten de kinderen zich uitgelaten op haar. Wubkje gaat bijna kopje onder in de liefdevolle ‘groepshug’.

Reserveer uw kaarten voor Dansers van Morgen

Tekst: Astrid van Leeuwen
 

 

foto: Antoinette Mooy

foto: Antoinette Mooy

foto: Antoinette Mooy

Delen